Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toewijzen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for toewijzen:
    • designate


Dutch

Detailed Translations for toewijzen from Dutch to English

toewijzen:

toewijzen verbe (wijs toe, wijst toe, wees toe, wezen toe, toegewezen)

  1. toewijzen (toebedelen; toekennen; gunnen; iets toekennen)
    to assign; to allocate; to confer; to allot; bestow on; to give
    • assign verbe (assigns, assigned, assigning)
    • allocate verbe (allocates, allocated, allocating)
    • confer verbe (confers, conferred, conferring)
    • allot verbe (allots, alloted, alloting)
    • bestow on verbe
    • give verbe (gives, gave, giving)
  2. toewijzen
    to allocate
    – To reserve a resource, such as sufficient memory, for use by a program. 1
    • allocate verbe (allocates, allocated, allocating)
  3. toewijzen
    to assign
    – To fix or specify in correspondence or relationship. 1
    • assign verbe (assigns, assigned, assigning)
  4. toewijzen
    to map
    – To translate one value into another. 1
    • map verbe (maps, mapped, mapping)
  5. toewijzen
    to assign
    – To specify the owner of a record, such as an account or case, or an activity, such as an e-mail message or phone call. Users can assign cases and activities to either a user or a queue. 1
    • assign verbe (assigns, assigned, assigning)

Conjugations for toewijzen:

o.t.t.
  1. wijs toe
  2. wijst toe
  3. wijst toe
  4. wijzen toe
  5. wijzen toe
  6. wijzen toe
o.v.t.
  1. wees toe
  2. wees toe
  3. wees toe
  4. wezen toe
  5. wezen toe
  6. wezen toe
v.t.t.
  1. heb toegewezen
  2. hebt toegewezen
  3. heeft toegewezen
  4. hebben toegewezen
  5. hebben toegewezen
  6. hebben toegewezen
v.v.t.
  1. had toegewezen
  2. had toegewezen
  3. had toegewezen
  4. hadden toegewezen
  5. hadden toegewezen
  6. hadden toegewezen
o.t.t.t.
  1. zal toewijzen
  2. zult toewijzen
  3. zal toewijzen
  4. zullen toewijzen
  5. zullen toewijzen
  6. zullen toewijzen
o.v.t.t.
  1. zou toewijzen
  2. zou toewijzen
  3. zou toewijzen
  4. zouden toewijzen
  5. zouden toewijzen
  6. zouden toewijzen
en verder
  1. ben toegewezen
  2. bent toegewezen
  3. is toegewezen
  4. zijn toegewezen
  5. zijn toegewezen
  6. zijn toegewezen
diversen
  1. wijs toe!
  2. wijst toe!
  3. toegewezen
  4. toewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toewijzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
map grondplan; kaart; landkaart; plattegrond; portfolio; stadskaart; toewijzing
VerbRelated TranslationsOther Translations
allocate gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen bespreken; plaats toekennen; plaatsen; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden
allot gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
assign gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen delegeren; overdragen
bestow on gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen
confer gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen ronddelen; rondgeven; rondreiken; uitdelen; uitreiken; verdelen
give gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; cadeau doen; cadeau geven; declareren; doneren; geven; overgeven; overhandigen; reiken; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toesteken; verlenen; verstrekken
map toewijzen in kaart brengen; karteren; op kaart aangeven

Related Definitions for "toewijzen":

  1. bepalen dat zij het krijgt2
    • het kind werd aan de moeder toegewezen2

Wiktionary Translations for toewijzen:

toewijzen
verb
  1. goederen of fondsen een bestemming geven
toewijzen
verb
  1. to assign a role in a play or performance
  2. to allot or give something as a task
  3. To set apart for
  4. give (someone) as gift or award
noun
  1. act of assigning, or an assigned task

Cross Translation:
FromToVia
toewijzen assign zuordnen — für ein beliebiges Objekt feststellen, welchen Platz es in einer Ordnung einnimmt
toewijzen adjudge; assign; earmark; summons; subpoena; allocate; allot; appoint adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
toewijzen summons; subpoena; appoint alloueraccorder quelque chose à quelqu'un.
toewijzen assign; earmark; summons; subpoena; allocate; allot; appoint assignerdéterminer, faire connaître.