Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bevoegd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevoegd from Dutch to English

bevoegd:

bevoegd adj

  1. bevoegd
    authorized; competent; skilled; authorised

Translation Matrix for bevoegd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
authorised bevoegd geautoriseerd; gerechtigd; gewettigd; gezaghebbend; met gezag bekleed
authorized bevoegd geautoriseerd; gerechtigd; gewettigd; gezaghebbend; met gezag bekleed
competent bevoegd bekwaam; capabel; competent; deskundig; gediplomeerd; gekwalificeerd; geschikt; oordeelkundig; rechtsbevoegd; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig
skilled bevoegd bedreven; bekwaam; capabel; competent; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; geoefend; geschikt; geschoold; onderwezen

Related Words for "bevoegd":


Wiktionary Translations for bevoegd:

bevoegd
adjective
  1. officieel gerechtigd zijn iets te doen
bevoegd
adjective
  1. Skilled

Cross Translation:
FromToVia
bevoegd competent; able; accomplished; capable; efficient; skilled compétent — juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.

Related Translations for bevoegd