Dutch

Detailed Translations for ontvangsten from Dutch to English

ontvangsten:

ontvangsten [de ~] nom, pluriel

  1. de ontvangsten (inkomsten; verdiensten)
    the receivings; the income; the merits; the salary

Translation Matrix for ontvangsten:

NounRelated TranslationsOther Translations
income inkomsten; ontvangsten; verdiensten arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; soldij; traktement; verdienste; vergoeding; wedde
merits inkomsten; ontvangsten; verdiensten merites; verdiensten
receivings inkomsten; ontvangsten; verdiensten
salary inkomsten; ontvangsten; verdiensten arbeidsinkomen; arbeidsloon; bezoldiging; gage; honorarium; inkomen; inkomen uit onderneming; kostenvergoeding; loon; salaris; salariëring; soldij; traktement; verdienste; vergoeding; wedde

Related Words for "ontvangsten":


Wiktionary Translations for ontvangsten:

ontvangsten
noun
  1. amount received

ontvangsten form of ontvangst:

ontvangst [de ~ (m)] nom

  1. de ontvangst (onthaal)
    the treat

ontvangst

  1. ontvangst
    the receipt
    – The acceptance of items into inventory. 1

Translation Matrix for ontvangst:

NounRelated TranslationsOther Translations
receipt ontvangst beweringsgrond; bewijs; bewijs van ontvangst; bewijsje; kassabon; kwitantie; ontvangstbewijs; recette; reçu; voucher
treat onthaal; ontvangst feest; festijn; partij; partijtje; party; traktatie
VerbRelated TranslationsOther Translations
receipt rekening betalen; voldoen
treat behandelen; bejegenen; feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; onder behandeling nemen; trakteren; uitdelen; vergasten op; verzorgen

Related Words for "ontvangst":


Wiktionary Translations for ontvangst:

ontvangst
noun
  1. act of receiving
  2. electronics: act or ability to receive signals
  3. reaction
  4. act of greeting someone's arrival

Cross Translation:
FromToVia
ontvangst entrance; way in EingangÖffnung zum Betreten eines begrenzten Bereiches, z. B. eines Gebäudes
ontvangst reception Empfang — das Empfangen einer Übertragung (z. B. Rundfunk, Funk,...)
ontvangst reception Empfang — Begrüßung (z. B. von Gästen, Mitarbeitern, Freunden, etc.)
ontvangst reception Empfang — eine Rezeption in einer Empfangshalle
ontvangst encounter; meeting; approach; acquaintance; familiarity; relation; understanding; connection; interrelation; relationship; access; admission; admittance; accession; entrance; entry; landing; acceptance; reception abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
ontvangst acceptance; reception acceptationaction d’accepter.
ontvangst product; item; commodity; ware produitrésultat créatif de l’activité humaine.