Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ruimte:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ruimte from Dutch to English

ruimte:

ruimte [de ~ (v)] nom

  1. de ruimte (universum; wereldruimte; heelal)
    the space; the universe; the outer space
  2. de ruimte (aparte vergaderruimte)
    the room; the breakout room
    – A shared space where smaller groups of attendees can meet separately. 1
  3. de ruimte
    the space
    – The approximate location of one or more resources, such as a person, computer, printer, or asset, in a space plan. 1

Translation Matrix for ruimte:

NounRelated TranslationsOther Translations
breakout room aparte vergaderruimte; ruimte
outer space heelal; ruimte; universum; wereldruimte
room aparte vergaderruimte; ruimte grote kamer; hotelkamer; kamer; ruimte in een gebouw; vertrek; vertrekken; zaal
space heelal; ruimte; universum; wereldruimte Space; afstand; distantie; eindpunt; kloof; luchtruim; opening; periode; spatie; spleet; termijn; tijdsbestek; tijdsduur; tussenruimte; uitsparing
universe heelal; ruimte; universum; wereldruimte
VerbRelated TranslationsOther Translations
space spatieren; spatiëren; van spaties voorzien

Related Words for "ruimte":


Synonyms for "ruimte":


Related Definitions for "ruimte":

  1. wat om de aarde heen is2
    • de raket werd de ruimte in geschoten2
  2. plaats met muren er omheen2
    • de kantine is een grote ruimte2
  3. plaats waar je kunt zijn2
    • in de bus is ruimte voor dertig passagiers2

Wiktionary Translations for ruimte:

ruimte
noun
  1. vertrek, kamer
  2. heelal
ruimte
noun
  1. space
  2. division in a building
  3. physical extent in two or three dimensions
  4. area beyond atmosphere of planets

Cross Translation:
FromToVia
ruimte space; place; room Platzohne Plural: verfügbarer Raum
ruimte hold enceinte — Vaste salle
ruimte location; spot; field; site; venue endroitpartie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps.
ruimte place; location; spot; field; site; venue lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
ruimte village; town; abode; whereabouts; accommodation; location; place; spot; field; site; venue localitélieu habité.
ruimte place placelieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose.

External Machine Translations:

Related Translations for ruimte