Noun | Related Translations | Other Translations |
performance
|
uitoefening
|
beoefening; opvoering; parade; prestatie; show; staatsie; toneelavond; verrichting; vertoning; voorstelling
|
practice
|
uitoefening
|
aanwenden; aanwending; dokteren; ervaring; gebruik; oefening; oplappen; praktijk; routine; toepassing; vaardigheidsoefening; werkervaring
|
practise
|
uitoefening
|
aanwenden; aanwending; dokteren; ervaring; gebruik; oefening; oplappen; praktijk; routine; toepassing; vaardigheidsoefening; werkervaring
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
practice
|
|
aangrijpen; aanwenden; bekwamen; benutten; beoefenen; bezigen; coachen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; harden; herhalen; instuderen; leren; oefenen; ontwikkelen; praktiseren; repeteren; sport uitoefenen; toepassen; trainen; uitoefenen
|
practise
|
|
aangrijpen; aanwenden; bekwamen; benutten; beoefenen; bezigen; coachen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; harden; herhalen; instuderen; leren; oefenen; ontwikkelen; praktiseren; repeteren; sport uitoefenen; toepassen; trainen; uitoefenen
|