Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: duizeligheid

Dutch and English Search Results for: duizeligheid

Summary

Dutch to English: more detail...

duizeligheid:
- dizziness
duizelig:
- dizzy
Wiktionary:
- duizeligheid → dizziness
- duizeligheid → fainting spell, faint, dizziness, failure, giddiness, vertigo, weakness, cowardice, funk, frailty
- duizelig → dizzy, giddy

Dutch

Detailed Translations for duizeligheid from Dutch to English

duizeligheid:

duizeligheid [de ~ (v)] nom

de duizeligheid
the dizziness
- dizziness [the ~] nom

Translation Matrix for duizeligheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
dizziness	duizeligheid	duizeligheden; duizeling; duizelingen

Related Words for "duizeligheid":

duizelig

Wiktionary Translations for duizeligheid:

duizeligheid

noun

state of being dizzy
- dizziness → duizeligheid

Cross Translation:

From	To	Via
• duizeligheid	→ fainting spell; faint; dizziness; failure; giddiness; vertigo	↔ défaillance — perte momentanée des forces physiques accompagner souvent d’une perte de connaissance.
• duizeligheid	→ weakness; cowardice; funk; frailty; giddiness; vertigo; dizziness	↔ faiblesse — état de ce qui est faible.

duizeligheid form of duizelig:

duizelig adj

duizelig (draaierig)
dizzy
- dizzy adj

Translation Matrix for duizelig:

Adjective	Related Translations	Other Translations
dizzy	draaierig; duizelig

Related Words for "duizelig":

duizeligheid, duizelige

Related Definitions for "duizelig":

met een draaierig gevoel alsof je gaat vallen¹
- ik werd duizelig toen ik naar beneden keek¹

Wiktionary Translations for duizelig:

duizelig

adjective

een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is
- duizelig → dizzy

duizelig

adjective

dizzy
- giddy → duizelig
having a sensation of turning around
- dizzy → duizelig; draaierig

¹Muiswerk Woordenboek