Noun | Related Translations | Other Translations |
free
|
|
vrije
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
clear
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
afdekken; afruimen; dechargeren; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verrekenen; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; wissen; zuiveren
|
disengage
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
|
free
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
van last bevrijden; verlossen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
free
|
|
vrij
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
clear
|
|
aanschouwelijk; af; afgedaan; afgelopen; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; gereed; geëindigd; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; over; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uit; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; voltooid; voorbij; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig
|
free
|
|
beschikbaar; disponibel; gratis; in een handomdraai; in vrijheid; kosteloos; moeiteloos; pro deo; vacant; vanzelf; voor niets; vrij; zonder kosten; zonder moeite
|