Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. imponerend:
  2. imponeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for imponerend from Dutch to English

imponerend:


imponeren:

imponeren

  1. imponeren

imponeren verbe (imponeer, imponeert, imponeerde, imponeerden, geïmponeerd)

  1. imponeren (ontzag inboezemen; indruk maken; eerbied wekken)
    to command respect; to inspire with awe
    • command respect verbe (commands respect, commanded respect, commanding respect)
    • inspire with awe verbe (inspires with awe, inspired with awe, inspiring with awe)

Conjugations for imponeren:

o.t.t.
  1. imponeer
  2. imponeert
  3. imponeert
  4. imponeren
  5. imponeren
  6. imponeren
o.v.t.
  1. imponeerde
  2. imponeerde
  3. imponeerde
  4. imponeerden
  5. imponeerden
  6. imponeerden
v.t.t.
  1. heb geïmponeerd
  2. hebt geïmponeerd
  3. heeft geïmponeerd
  4. hebben geïmponeerd
  5. hebben geïmponeerd
  6. hebben geïmponeerd
v.v.t.
  1. had geïmponeerd
  2. had geïmponeerd
  3. had geïmponeerd
  4. hadden geïmponeerd
  5. hadden geïmponeerd
  6. hadden geïmponeerd
o.t.t.t.
  1. zal imponeren
  2. zult imponeren
  3. zal imponeren
  4. zullen imponeren
  5. zullen imponeren
  6. zullen imponeren
o.v.t.t.
  1. zou imponeren
  2. zou imponeren
  3. zou imponeren
  4. zouden imponeren
  5. zouden imponeren
  6. zouden imponeren
en verder
  1. ben geïmponeerd
  2. bent geïmponeerd
  3. is geïmponeerd
  4. zijn geïmponeerd
  5. zijn geïmponeerd
  6. zijn geïmponeerd
diversen
  1. imponeer!
  2. imponeert!
  3. geïmponeerd
  4. imponerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for imponeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
command respect eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen eerbied inboezemen
inspire with awe eerbied wekken; imponeren; indruk maken; ontzag inboezemen eerbied inboezemen
OtherRelated TranslationsOther Translations
impose imponeren

Wiktionary Translations for imponeren:

imponeren
verb
  1. ontzag inboezemen
imponeren
verb
  1. to impress, amaze, excite