Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. industrie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for industrie from Dutch to English

industrie:

industrie [de ~ (m)] nom

  1. de industrie (tak van nijverheid)
    the industry; the branch of industry; the sector of industry

Translation Matrix for industrie:

NounRelated TranslationsOther Translations
branch of industry industrie; tak van nijverheid bedrijfstak; branche; economische sector
industry industrie; tak van nijverheid activiteit; arbeid; bedrijf; bedrijvigheid; bezigheid; firma; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onderneming; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zaak
sector of industry industrie; tak van nijverheid bedrijfstak; branche; economische sector

Related Words for "industrie":

  • industries, industrietje, industrietjes

Related Definitions for "industrie":

  1. alle fabrieken bij elkaar1
    • de staalindustrie maakt veel winst1

Wiktionary Translations for industrie:

industrie
noun
  1. Nijverheid
industrie
noun
  1. businesses that produce goods

Related Translations for industrie