Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vermoeiend:
  2. vermoeien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vermoeiend from Dutch to English

vermoeiend:

vermoeiend adj

  1. vermoeiend (afmattend; uitputtend; moemakend)

Translation Matrix for vermoeiend:

NounRelated TranslationsOther Translations
trying proberen; trachten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
enervating afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend
tiring afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend moeizaam
trying afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend kritisch; moeilijk; problematisch
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fatiguing afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend

Wiktionary Translations for vermoeiend:


Cross Translation:
FromToVia
vermoeiend boring; tedious; tiresome; wearisome; dull; monotonous ennuyeux — Qui cause de l’ennui.
vermoeiend tiring; tiresome fatigant — Qui cause de la fatigue.

vermoeien:

vermoeien verbe (vermoei, vermoeit, vermoeide, vermoeiden, vermoeid)

  1. vermoeien (moe worden)
    to tire; to tyre
    – lose interest or become bored with something or somebody 1
    • tire verbe, américain (tires, tired, tiring)
      • I'm so tired of your mother and her complaints about my food1
    • tyre verbe, britannique
    weary
  2. vermoeien (moe maken; uitputten; slopen; afmatten)
    to fatigue; to wear out; to tire out
    • fatigue verbe (fatigues, fatigued, fatiguing)
    • wear out verbe (wears out, wore out, wearing out)
    • tire out verbe (tires out, tired out, tiring out)

Conjugations for vermoeien:

o.t.t.
  1. vermoei
  2. vermoeit
  3. vermoeit
  4. vermoeien
  5. vermoeien
  6. vermoeien
o.v.t.
  1. vermoeide
  2. vermoeide
  3. vermoeide
  4. vermoeiden
  5. vermoeiden
  6. vermoeiden
v.t.t.
  1. heb vermoeid
  2. hebt vermoeid
  3. heeft vermoeid
  4. hebben vermoeid
  5. hebben vermoeid
  6. hebben vermoeid
v.v.t.
  1. had vermoeid
  2. had vermoeid
  3. had vermoeid
  4. hadden vermoeid
  5. hadden vermoeid
  6. hadden vermoeid
o.t.t.t.
  1. zal vermoeien
  2. zult vermoeien
  3. zal vermoeien
  4. zullen vermoeien
  5. zullen vermoeien
  6. zullen vermoeien
o.v.t.t.
  1. zou vermoeien
  2. zou vermoeien
  3. zou vermoeien
  4. zouden vermoeien
  5. zouden vermoeien
  6. zouden vermoeien
diversen
  1. vermoei!
  2. vermoeit!
  3. vermoeid
  4. vermoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vermoeien [znw.] nom

  1. vermoeien (afmatten; uitputten)
    the exhausting; the fatigueing; the wearing out

Translation Matrix for vermoeien:

NounRelated TranslationsOther Translations
exhausting afmatten; uitputten; vermoeien
fatigue afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid
fatigueing afmatten; uitputten; vermoeien
tire sluitband
tyre sluitband
wearing out afmatten; uitputten; vermoeien afdragen; kleding afdragen; slijtage; slijten; slijting; verslijten; vlasoogst
VerbRelated TranslationsOther Translations
fatigue afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien vermoeid raken
tire moe worden; vermoeien vermoeid raken
tire out afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien wegslijten
tyre moe worden; vermoeien vermoeid raken
wear out afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afbreken; afdragen; afslijten; afslijten door erop te zitten; aftrappen; afzitten; ruineren; slijten; slopen; vernielen; vernietigen; verslijten; verteren; verwoesten; wegslijten
weary moe worden; vermoeien
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
exhausting moeizaam
weary gaar; mat; moe; niet uitbundig; vermoeid

Wiktionary Translations for vermoeien:

vermoeien
verb
  1. to make weary

Cross Translation:
FromToVia
vermoeien bore; tire; weary fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.
vermoeien bore; tire; weary lasser — désuet|fr rendre las.