Dutch

Detailed Translations for aanvulling from Dutch to English

aanvulling:

aanvulling [de ~ (v)] nom

  1. de aanvulling (addendum; toevoeging; appendix; )
    the addition; the appendix; the addendum; the supplement; the affix; the appendage; the extra
  2. de aanvulling (suppletie; supplement)
    the completion; the replenishment; the supplement; the fill up; the new supply
  3. de aanvulling (bijlage; toelichting; meezending; additie)
    the appendix; the enclosure; the supplement; the annex; the inset
  4. de aanvulling (uitbreiding; expansie; groei; )
    the extension; the expansion; the increase; the growth; the enlargement
  5. de aanvulling
    the supplement
    – Any software update or new intellectual property such as a driver, connector, development kit, guidance, or tool. 1

Translation Matrix for aanvulling:

NounRelated TranslationsOther Translations
addendum aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel addendum
addition aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel aanbouw; aangroeiing; aanvoeging; aanwas; bijmenging; bijtelling; bijvoeging; optelling; samentelling; som; toevoeging; toevoegsel; uitbouw; uitbreiding; vermeerdering
affix aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
annex aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting aanbouw; ander filiaal; bijgebouw; dependance; uitbouw
appendage aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel
appendix aanhangsel; aanvulling; addendum; additie; appendix; bijlage; bijvoegsel; meezending; supplement; toelichting; toevoeging; toevoegsel blinde darm
completion aanvulling; supplement; suppletie afbouw; afdoening; afhandeling; afronding; afwerking; completering; volbrenging; voltooiing
enclosure aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting insluiting; omsingeling
enlargement aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting aanbouw; het groter worden; uitbouw; uitvergroting; uitzetten; vergroting; wijd worden
expansion aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting aanbouw; aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbouw; uitbreiding; uitlegging; uitspreiding; verbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
extension aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting aanbouw; aanvoeging; aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bestandsextensie; bijgebouw; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; dependance; doortrekking; extensie; toevoeging; uitbouw; uitschuifblad; uittrekblad
extra aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; supplement; toevoeging; toevoegsel figurant; figurante; toegift; voordeel
fill up aanvulling; supplement; suppletie completering; voltooiing
growth aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting aanfok; aangroei; aangroeiing; aankweek; aankweken; aanplant; aanwas; aanwinst; bloei; cultuur; expansie; fok; fokkerij; gezwel; groei; groeien; groeiproces; groter worden; knobbel; kweken; ontplooiing; ontwikkeling; reproductie; stijging; teelt; toename; toeneming; tumor; uitbreiding; verbouw; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; voortbrenging; voortplanting; wasdom
increase aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting aangroei; aangroeiing; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; het groter worden; klimmen; omhoogkomen; ontwikkelingsgang; opstijgen; progressie; stijgen; stijging; toename; toename voorraad; toeneming; uitbreiding; uitzetten; vergroting; verhoging; verloop; vermedevuldigen; vermeerdering; vermenigvuldiging; versterking; verveelvoudiging; voortgang; vooruitgang; vordering; wijd worden
inset aanvulling; additie; bijlage; meezending; toelichting aanwending; gebruik; inzet; toepassing
new supply aanvulling; supplement; suppletie
replenishment aanvulling; supplement; suppletie bijvulling
supplement aanhangsel; aanvulling; addendum; additie; appendix; bijlage; bijvoegsel; meezending; supplement; suppletie; toelichting; toevoeging; toevoegsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
affix bevestigen; ergens aan bevestigen; hechten; lijmen; opplakken; vasthechten; vastlijmen; vastmaken; vastnaaien; vastplakken; vastzetten
annex annexeren; inlijven; overnemen; veroveren
fill up aanvullen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; completeren; dichtgooien; gaten dichten; opvullen; stoppen; tanken; toevoegen; vol maken; volmaken; volplempen; volstorten; voltallig maken; vullen
increase aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhooggaan; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
supplement supplementeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
extra aanvullend; extra; meer
ModifierRelated TranslationsOther Translations
extra extra; toegevoegd

Wiktionary Translations for aanvulling:

aanvulling
noun
  1. het aanvullen
aanvulling
noun
  1. extension to a document or publication

Cross Translation:
FromToVia
aanvulling complement; object complément — Ce qui s’ajouter ou doit s’ajouter à une chose pour la rendre entière, complète.

Related Translations for aanvulling