Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geborrel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geborrel from Dutch to English

geborrel:

geborrel [het ~] nom

  1. het geborrel (opbruising)
    the effervescence; the ebullition
  2. het geborrel (borreluur; borrelen; een borrel nemen)
    the tippling; the cocktail time
  3. het geborrel (bruisen; gebubbel; borrelen)
    the fizzing; the bubbling; the tippling

Translation Matrix for geborrel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bubbling borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel bubbling
cocktail time borrelen; borreluur; een borrel nemen; geborrel
ebullition geborrel; opbruising
effervescence geborrel; opbruising gebruis; het bruisen
fizzing borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel
tippling borrelen; borreluur; bruisen; een borrel nemen; geborrel; gebubbel

Wiktionary Translations for geborrel:

geborrel
noun
  1. emission of rapid stream of bubbles