Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verhelen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verhelen from Dutch to English

verhelen:

verhelen verbe (verheel, verheelt, verheelde, verheelden, verheeld)

  1. verhelen (verzwijgen; achterhouden)
    to conceal
    • conceal verbe (conceals, concealed, concealing)

Conjugations for verhelen:

o.t.t.
  1. verheel
  2. verheelt
  3. verheelt
  4. verhelen
  5. verhelen
  6. verhelen
o.v.t.
  1. verheelde
  2. verheelde
  3. verheelde
  4. verheelden
  5. verheelden
  6. verheelden
v.t.t.
  1. heb verheeld
  2. hebt verheeld
  3. heeft verheeld
  4. hebben verheeld
  5. hebben verheeld
  6. hebben verheeld
v.v.t.
  1. had verheeld
  2. had verheeld
  3. had verheeld
  4. hadden verheeld
  5. hadden verheeld
  6. hadden verheeld
o.t.t.t.
  1. zal verhelen
  2. zult verhelen
  3. zal verhelen
  4. zullen verhelen
  5. zullen verhelen
  6. zullen verhelen
o.v.t.t.
  1. zou verhelen
  2. zou verhelen
  3. zou verhelen
  4. zouden verhelen
  5. zouden verhelen
  6. zouden verhelen
diversen
  1. verheel!
  2. verheelt!
  3. verheeld
  4. verhelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
conceal achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen

Wiktionary Translations for verhelen:


Cross Translation:
FromToVia
verhelen hide; conceal; bury; dissemble; secrete cachermettre (une personne ou une chose) en un lieu où on ne peut pas la voir, la découvrir.