Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. binnenhalen:
  2. binnen halen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for binnenhalen from Dutch to English

binnenhalen:

binnenhalen verbe (haal binnen, haalt binnen, haalde binnen, haalden binnen, binnengehaald)

  1. binnenhalen (binnenbrengen)
    to obtain; to get; to bring in; to take in
    • obtain verbe (obtains, obtained, obtaining)
    • get verbe (gets, got, getting)
    • bring in verbe (brings in, brought in, bringing in)
    • take in verbe (takes in, took in, taking in)
  2. binnenhalen (onthalen; ontvangen; vergasten)
    to welcome; to regale; to entertain
    • welcome verbe (welcomes, welcomed, welcoming)
    • regale verbe (regales, regaled, regaling)
    • entertain verbe (entertains, entertained, entertaining)

Conjugations for binnenhalen:

o.t.t.
  1. haal binnen
  2. haalt binnen
  3. haalt binnen
  4. halen binnen
  5. halen binnen
  6. halen binnen
o.v.t.
  1. haalde binnen
  2. haalde binnen
  3. haalde binnen
  4. haalden binnen
  5. haalden binnen
  6. haalden binnen
v.t.t.
  1. heb binnengehaald
  2. hebt binnengehaald
  3. heeft binnengehaald
  4. hebben binnengehaald
  5. hebben binnengehaald
  6. hebben binnengehaald
v.v.t.
  1. had binnengehaald
  2. had binnengehaald
  3. had binnengehaald
  4. hadden binnengehaald
  5. hadden binnengehaald
  6. hadden binnengehaald
o.t.t.t.
  1. zal binnenhalen
  2. zult binnenhalen
  3. zal binnenhalen
  4. zullen binnenhalen
  5. zullen binnenhalen
  6. zullen binnenhalen
o.v.t.t.
  1. zou binnenhalen
  2. zou binnenhalen
  3. zou binnenhalen
  4. zouden binnenhalen
  5. zouden binnenhalen
  6. zouden binnenhalen
en verder
  1. ben binnengehaald
  2. bent binnengehaald
  3. is binnengehaald
  4. zijn binnengehaald
  5. zijn binnengehaald
  6. zijn binnengehaald
diversen
  1. haal binnen!
  2. haalt binnen!
  3. binnengehaald
  4. binnenhalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for binnenhalen:

NounRelated TranslationsOther Translations
welcome begroeting; borrel; groet; informele receptie; instuif; receptie; saluut; verwelkoming; welkom; welkomstgroet; welkomstgroeten
VerbRelated TranslationsOther Translations
bring in binnenbrengen; binnenhalen bijhalen; binnendragen; naar voren brengen; opbrengen; opleveren; opperen; poneren; suggereren
entertain binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten verlustigen
get binnenbrengen; binnenhalen begrijpen; halen; inrukken; inzien; met het verstand vatten; onverlangd krijgen; opdoen; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; oplopen; pakken; snappen
obtain binnenbrengen; binnenhalen aankopen; aanschaffen; acquireren; bemachtigen; iets bemachtigen; inwinnen; kopen; te pakken krijgen; trachten te krijgen; verkrijgen; verwerven
regale binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten feestelijk onthalen; fuiven; fêteren; lekker eten; savoureren; smikkelen; smullen; trakteren
take in binnenbrengen; binnenhalen absorberen; afvoeren; boodschappen doen; doorslikken; in zich opnemen; incorporeren; inhalen; inkopen; inkopen doen; inlijven; inslaan; meedragen; naar binnen halen; naar boven halen; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen; slikken; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; winkelen
welcome binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten begroeten; gedag zeggen; groeten; verwelkomen; welkom heten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
welcome geziene; welkom; welkome
OtherRelated TranslationsOther Translations
welcome welkom

Wiktionary Translations for binnenhalen:

binnenhalen
verb
  1. to bring in a harvest; reap
  2. to transfer data from a remote computer to a local one

binnen halen:

binnen halen verbe

  1. binnen halen (oogsten; plukken)
    to harvest; to pick; to reap; to gather
    • harvest verbe (harvests, harvested, harvesting)
    • pick verbe (picks, picked, picking)
    • reap verbe (reaps, reaped, reaping)
    • gather verbe (gathers, gathered, gathering)
  2. binnen halen (binnenroepen)
    to call in
    • call in verbe (calls in, called in, calling in)

Translation Matrix for binnen halen:

NounRelated TranslationsOther Translations
harvest oogst; opbrengst van een gewas; opbrengst van gewas; pluk; wijnoogst
pick houweel; klover; selectie; uitverkoring
VerbRelated TranslationsOther Translations
call in binnen halen; binnenroepen aanlopen; aanroepen; bijhalen; engageren; inroepen; inviteren; komen aanlopen; terugeisen; terugvorderen; uitnodigen
gather binnen halen; oogsten; plukken bij elkaar vegen; bijeen krijgen; bijeen scharrelen; bijeenkomen; bijeenrapen; bijeenzoeken; bundelen; harken; inwinnen; inzamelen; oogsten; oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen; plukken; samenkomen; samenpakken; samenrapen; trachten te krijgen; verenigen; vergaren; verzamelen
harvest binnen halen; oogsten; plukken
pick binnen halen; oogsten; plukken kiezen; kluiven; knabbelen; knagen; knauwen; orderverzamelen; peuteren; peuzelen; pulken; schiften; selecteren; selectie toepassen; uitkiezen; uitpikken; uitverkiezen; uitzoeken; verkiezen; ziften
reap binnen halen; oogsten; plukken aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; snijden; te berde brengen; ter sprake brengen