Dutch
Detailed Translations for klamp from Dutch to English
klamp:
-
de klamp (koeklauw)
-
de klamp (mijt)
-
de klamp (klamplaag)
the header course
Translation Matrix for klamp:
Related Words for "klamp":
Wiktionary Translations for klamp:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• klamp | → bracket; parenthesis | ↔ parenthèse — incise dans la phrase |
klampen:
-
klampen
Conjugations for klampen:
o.t.t.
- klamp
- klampt
- klampt
- klampen
- klampen
- klampen
o.v.t.
- klampte
- klampte
- klampte
- klampten
- klampten
- klampten
v.t.t.
- heb geklampt
- hebt geklampt
- heeft geklampt
- hebben geklampt
- hebben geklampt
- hebben geklampt
v.v.t.
- had geklampt
- had geklampt
- had geklampt
- hadden geklampt
- hadden geklampt
- hadden geklampt
o.t.t.t.
- zal klampen
- zult klampen
- zal klampen
- zullen klampen
- zullen klampen
- zullen klampen
o.v.t.t.
- zou klampen
- zou klampen
- zou klampen
- zouden klampen
- zouden klampen
- zouden klampen
diversen
- klamp!
- klampt!
- geklampt
- klampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klampen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
clasp | grendel; knip; knipbeugel; schuif; sluitinrichting voor deur of raam | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
clasp | klampen | aanklampen; beetgrijpen; beetpakken; graaien; grijpen; grissen; jatten; klemmen; knellen; omklemmen; pikken; snaaien; vastklampen; vastpakken; wegkapen |
cling | klampen | iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen |