Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. afknotten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afknotten from Dutch to English

afknotten:

afknotten verbe (knot af, knotte af, knotten af, afgeknot)

  1. afknotten
    to truncate
    • truncate verbe (truncates, truncated, truncating)
  2. afknotten
    to top
    • top verbe (tops, topped, topping)

Conjugations for afknotten:

o.t.t.
  1. knot af
  2. knot af
  3. knot af
  4. knotten af
  5. knotten af
  6. knotten af
o.v.t.
  1. knotte af
  2. knotte af
  3. knotte af
  4. knotten af
  5. knotten af
  6. knotten af
v.t.t.
  1. heb afgeknot
  2. hebt afgeknot
  3. heeft afgeknot
  4. hebben afgeknot
  5. hebben afgeknot
  6. hebben afgeknot
v.v.t.
  1. had afgeknot
  2. had afgeknot
  3. had afgeknot
  4. hadden afgeknot
  5. hadden afgeknot
  6. hadden afgeknot
o.t.t.t.
  1. zal afknotten
  2. zult afknotten
  3. zal afknotten
  4. zullen afknotten
  5. zullen afknotten
  6. zullen afknotten
o.v.t.t.
  1. zou afknotten
  2. zou afknotten
  3. zou afknotten
  4. zouden afknotten
  5. zouden afknotten
  6. zouden afknotten
diversen
  1. knot af!
  2. knot af!
  3. afgeknot
  4. afknottende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afknotten:

NounRelated TranslationsOther Translations
top afdekkap; bergtop; climax; dak; dop; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; huif; kap; koepel; kruin; overdekking; overkapping; piek; sluitdop; summum; top; toppunt
VerbRelated TranslationsOther Translations
top afknotten hoger bieden; knotten
truncate afknotten knotten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
top bovenste

Wiktionary Translations for afknotten:


Cross Translation:
FromToVia
afknotten chamfer abfasenfachsprachlich: Kanten abschrägen oder anschrägen
afknotten mutilate; top; truncate; kneecap; maim mutilerretrancher un membre ou quelque autre partie extérieure du corps.