Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Search: perfect

Dutch and English Search Results for: perfect

Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. perfect:
  2. Wiktionary:
English to Dutch:   more detail...
  1. perfect:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for perfect from Dutch to English

perfect:

perfect adj

  1. perfect (volmaakt; ideaal)
    ideal; perfect; excellent; thorough; consummate; first-rate; tiptop; superb
  2. perfect (van goede kwaliteit; hoogwaardig; prima)
    high-quality; excellent; perfect; first-rate; superb; tiptop
  3. perfect (volmaakt; uitstekend; uitmuntend; voortreffelijk; patent)
    excellent; perfect; first-rate; consummate; superb; tiptop
  4. perfect (volmaakt; foutloos)
    flawless; perfect

Translation Matrix for perfect:

VerbRelated TranslationsOther Translations
perfect afmaken; bijschaven; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
consummate ideaal; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volmaakt; voortreffelijk degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen
excellent hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; heerlijk; ingoed; kostelijk; opperbest; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
flawless foutloos; perfect; volmaakt feilloos; foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; puntgaaf; zuiver
ideal ideaal; perfect; volmaakt denkbeeldig; ideëel
perfect foutloos; hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk briljant; correct; degelijk; diepgaand; diepgravend; eersteklas; eersterangs; excellent; gaaf; grondig; helemaal; keurig; niet oppervlakkig; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; perfekt; puik; puntgaaf; subliem; superbe; top; tot de beste klasse behorend; totaal; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; volkomen; volleerd; voortreffelijk
superb hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk briljant; excellent; heerlijk; kostelijk; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
thorough ideaal; perfect; volmaakt absoluut; degelijk; diepgaand; diepgravend; fundamenteel; gefundeerd; grondig; helemaal; in het geheel; ingrijpend; niet oppervlakkig; onderbouwd; totaal; volkomen; volleerd; wezenlijk; zorgvuldig
tiptop hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk briljant; excellent; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
first-rate hoogwaardig; ideaal; patent; perfect; prima; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk briljant; eersteklas; eersterangs; excellent; fantastisch; fenomenaal; gelikt; geweldig; groots; picobello; piekfijn; puik; subliem; superbe; tiptop; top; tot de beste klasse behorend; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
high-quality hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit

Related Words for "perfect":

  • perfecte

Synonyms for "perfect":


Related Definitions for "perfect":

  1. zo goed als het maar kan, zonder fouten1
    • het was een perfect ballet1

Wiktionary Translations for perfect:

perfect
adjective
  1. zonder enig gebrek
perfect
adjective
  1. being perfect
  2. flawless
  3. fitting its definition precisely
  4. having all of its parts in harmony with a common purpose
adverb
  1. with perfection
Cross Translation:
FromToVia
• perfect → absolute; stark; perfect; impeccable ↔ parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.

External Machine Translations:


English

Detailed Translations for perfect from English to Dutch

perfect:

perfect adj

  1. perfect (ideal; excellent; thorough; )
    volmaakt; perfect; ideaal
  2. perfect (excellent; first-rate; consummate; superb; tiptop)
    uitstekend; volmaakt; uitmuntend; voortreffelijk; perfect; patent
  3. perfect (high-quality; excellent; first-rate; superb; tiptop)
    hoogwaardig; perfect; prima; van goede kwaliteit
  4. perfect (profound; thorough; in depth; )
    diepgaand; grondig; degelijk; totaal; volkomen; diepgravend; niet oppervlakkig; helemaal
  5. perfect (excellent; sublime; first-rate; )
    subliem; superbe; uitstekend; puik; voortreffelijk; briljant; excellent; uitmuntend; uitgelezen; uitgezocht; uitnemend
  6. perfect
    perfekt
  7. perfect (flawless)
    volmaakt; perfect; foutloos
  8. perfect (impeccable; correct; faultless; blameless)
    onberispelijk; keurig; correct; onbesproken
  9. perfect (first-rate; top-class; first-class; exemplary; tops)
    uitstekend; eersteklas; tot de beste klasse behorend; eersterangs; top
  10. perfect (undamaged; untainted; flawless; whole)
    gaaf; puntgaaf; onaangetast
  11. perfect (proficient; thorough)
    volleerd

to perfect verbe (perfects, perfected, perfecting)

  1. to perfect (complete; improve; finish; make better; better)
    completeren; voltooien; vervolledigen; afmaken; perfectioneren; volledig maken; vervolmaken
    • completeren verbe (completeer, completeert, completeerde, completeerden, gecompleteerd)
    • voltooien verbe (voltooi, voltooit, voltooide, voltooiden, voltooid)
    • vervolledigen verbe (vervolledig, vervolledigt, vervolledigde, vervolledigden, vervolledigd)
    • afmaken verbe (maak af, maakt af, maakte af, maakten af, afgemaakt)
    • perfectioneren verbe (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
    • volledig maken verbe (maak volledig, maakt volledig, maakte volledig, maakten volledig, volledig gemaakt)
    • vervolmaken verbe (vervolmaak, vervolmaakt, vervolmaakte, vervolmaakten, vervolmaakt)
  2. to perfect (bring to perfection; refine; improve)
    perfectioneren; bijschaven
    • perfectioneren verbe (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
    • bijschaven verbe (schaaf bij, schaaft bij, schaafde bij, schaafden bij, bijgeschaven)

Conjugations for perfect:

present
  1. perfect
  2. perfect
  3. perfects
  4. perfect
  5. perfect
  6. perfect
simple past
  1. perfected
  2. perfected
  3. perfected
  4. perfected
  5. perfected
  6. perfected
present perfect
  1. have perfected
  2. have perfected
  3. has perfected
  4. have perfected
  5. have perfected
  6. have perfected
past continuous
  1. was perfecting
  2. were perfecting
  3. was perfecting
  4. were perfecting
  5. were perfecting
  6. were perfecting
future
  1. shall perfect
  2. will perfect
  3. will perfect
  4. shall perfect
  5. will perfect
  6. will perfect
continuous present
  1. am perfecting
  2. are perfecting
  3. is perfecting
  4. are perfecting
  5. are perfecting
  6. are perfecting
subjunctive
  1. be perfected
  2. be perfected
  3. be perfected
  4. be perfected
  5. be perfected
  6. be perfected
diverse
  1. perfect!
  2. let's perfect!
  5. perfected
  6. perfecting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for perfect:

NounRelated TranslationsOther Translations
afmaken finishing; killing off; massacre; slaughtering
ideaal ambition; highest goal
patent patent
top apex; climax; crest; crown; culminating point; mountain top; peak; pinnacle; ridge; roof-ridge; spike; summit; summmit; tip; top; vertex; zenith
totaal completeness; fullness
- perfect tense; perfective; perfective tense
VerbRelated TranslationsOther Translations
afmaken better; complete; finish; improve; make better; perfect accomplish; bring to an end; commit murder; complete; eliminate; end; finish; finish off; get done; get ready; kill; murder
bijschaven bring to perfection; improve; perfect; refine
completeren better; complete; finish; improve; make better; perfect accomplish; add; bring to an end; complete; count up; end; fill up; finish; finnish; get done; get ready; replenish; round off; to make complete; total; wind up
perfectioneren better; bring to perfection; complete; finish; improve; make better; perfect; refine
vervolledigen better; complete; finish; improve; make better; perfect complete; finnish
vervolmaken better; complete; finish; improve; make better; perfect
volledig maken better; complete; finish; improve; make better; perfect complete; finnish
voltooien better; complete; finish; improve; make better; perfect accomplish; bring to an end; complete; end; finish; get done; get ready
- hone
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
briljant choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop brilliant; clever; glorious; highly gifted; ingenious; keen; skilful; skillful; splendid
correct blameless; correct; faultless; impeccable; perfect accurate; bright; clever; correct; intelligent; precise; right; right-thinking; sane; sensible; smart; wise
degelijk consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough convincing; durable; firm; legitimate; reasonable; reliable; solid; sound; stable; stout; substantial; valid
diepgaand consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough
diepgravend consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough
eersteklas exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops -class
eersterangs exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops
excellent choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop
foutloos flawless; perfect faultless; flawless; infallible; unfailing
gaaf flawless; perfect; undamaged; untainted; whole cool; fantastic; intact; maidenly; marvellous; marvelous; outrageous; pure; super; terrific; undamaged; unimpaired; unspoiled; untainted; untouched; virginal
grondig consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough careful; thorough
hoogwaardig excellent; first-rate; high-quality; perfect; superb; tiptop
ideaal consummate; excellent; first-rate; ideal; perfect; superb; thorough; tiptop
keurig blameless; correct; faultless; impeccable; perfect becoming; befitting; cleanly; decent; fitting; honorable; honourable; neat; neatly; proper; respectable; tidy
onaangetast flawless; perfect; undamaged; untainted; whole fresh; unbroached; unimpaired; unopened; unspoiled; untouched; unused; unweakened; virgin
onberispelijk blameless; correct; faultless; impeccable; perfect
onbesproken blameless; correct; faultless; impeccable; perfect incorruptible; undiscussed; upright
patent consummate; excellent; first-rate; perfect; superb; tiptop patented
perfect consummate; excellent; first-rate; flawless; high-quality; ideal; perfect; superb; thorough; tiptop
prima excellent; first-rate; high-quality; perfect; superb; tiptop as fit as fiddle; fine; great; wonderful
puik choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop excellent; extraordinary; fabulous; fantastic; first-rate; grand; great; marvellous; marvelous; phenomenal; prodigious; smashing; splendid; terrific; top-notch; tremendous
puntgaaf flawless; perfect; undamaged; untainted; whole
subliem choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop
superbe choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop
totaal consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough complete; completely; fully; integral; thorough; total; utter; utterly
uitgelezen choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop choice; dainty; elite; exquisite; select; superior; very pretty
uitgezocht choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop chosen; picked; selected
uitmuntend choice; consummate; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop
uitnemend choice; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop grand; grandiose; swell
uitstekend choice; consummate; excellent; exemplary; first-class; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop; top-class; tops excellent; grand; grandiose; magnificent; matchless; peerless; splendid; superb; swell; unequaled; unequalled; unheard; unmatched; unparalleled; unprecedented; unrivaled; unrivalled; unsurpassed; wonderful
volkomen consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough complete; drastic; entire; radical; root-and-branch; thorough
volleerd perfect; proficient; thorough
volmaakt consummate; excellent; first-rate; flawless; ideal; perfect; superb; thorough; tiptop
voortreffelijk choice; consummate; excellent; first-rate; great; perfect; sublime; superb; terrific; tiptop excellent; grand; grandiose; magnificent; splendid; superb; swell; wonderful
AdverbRelated TranslationsOther Translations
helemaal consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough absolutely; awfully; complete; completely; fully; integral; outright; terribly; thorough; total; totally; utter; utterly
OtherRelated TranslationsOther Translations
- adequate; ideal; perfectly satisfactory; satisfactory
ModifierRelated TranslationsOther Translations
niet oppervlakkig consummate; deep; in depth; penetrating; perfect; profound; thorough
perfekt perfect
top exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops
tot de beste klasse behorend exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops
van goede kwaliteit excellent; first-rate; high-quality; perfect; superb; tiptop

Related Words for "perfect":

  • perfectness, perfecting, perfectest, perfectly

Synonyms for "perfect":


Antonyms for "perfect":


Related Definitions for "perfect":

  1. precisely accurate or exact2
    • perfect timing2
  2. being complete of its kind and without defect or blemish2
    • a perfect circle2
    • a perfect reproduction2
    • perfect happiness2
    • perfect manners2
    • a perfect specimen2
    • a perfect day2
  3. a tense of verbs used in describing action that has been completed (sometimes regarded as perfective aspect)2
  4. make perfect or complete2
    • perfect your French in Paris!2

Wiktionary Translations for perfect:

perfect
adjective
  1. fitting its definition precisely
  2. having all of its parts in harmony with a common purpose
  3. grammar: of a tense or verb form: representing a completed action
verb
  1. make perfect
perfect
adjective
  1. zonder enig gebrek
verb
  1. meer perfect of volmaakt maken
  2. meer volmaakt maken
adverb
  1. zonder enig gebrek
Cross Translation:
FromToVia
• perfect → onberispelijk ↔ einwandfrei — in tadellosem Zustand, ohne Fehler oder Mängel
• perfect → absoluut; onvermengd; onvoorwaardelijk; volstrekt; zuiver; puur; in optima forma; perfect; volkomen; volmaakt ↔ parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.

External Machine Translations:

Related Translations for perfect







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.1296 seconds
Page rendered in 1.0 seconds