Dutch
Detailed Translations for in staat from Dutch to English
in staat form of instaan:
-
instaan (borg staan)
Conjugations for instaan:
o.t.t.
- sta in
- staat in
- staat in
- staan in
- staan in
- staan in
o.v.t.
- stond in
- stond in
- stond in
- stonden in
- stonden in
- stonden in
v.t.t.
- heb ingestaan
- hebt ingestaan
- heeft ingestaan
- hebben ingestaan
- hebben ingestaan
- hebben ingestaan
v.v.t.
- had ingestaan
- had ingestaan
- had ingestaan
- hadden ingestaan
- hadden ingestaan
- hadden ingestaan
o.t.t.t.
- zal instaan
- zult instaan
- zal instaan
- zullen instaan
- zullen instaan
- zullen instaan
o.v.t.t.
- zou instaan
- zou instaan
- zou instaan
- zouden instaan
- zouden instaan
- zouden instaan
diversen
- sta in!
- staat in!
- ingestaan
- instaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for instaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
guarantee | borg; cautie; garantie; garantiebewijs; gratis service; keur; onderpand; pand; vrijwaring; waarborg; waarborging; waarborgsom | |
warrant | aanschrijving; deurwaardersexploot; kennisgeving; keur; licentie; mandaat; procuratie; sommatie; vergunning; volmacht; waarborg | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
guarantee | borg staan; instaan | borg zijn; garanderen; garant staan; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen |
vouch | borg staan; instaan | borg zijn; garant staan; instaan voor |
warrant | borg staan; instaan | borg zijn; garanderen; garant staan; instaan voor; vast beloven; verzekeren; waarborgen |
in staat:
-
in staat (fysiek in staat)
Translation Matrix for in staat:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
able | fysiek in staat; in staat | bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; geoefend; geschikt; handig; intelligent; knap; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig |
capable | fysiek in staat; in staat | bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; geoefend; geschikt; handig; intelligent; knap; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig |
proficient | fysiek in staat; in staat | bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; geoefend; geschikt; handig; kundig; vaardig; volleerd |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
physically capable | fysiek in staat; in staat |