Summary
Dutch to English: more detail...
- onderhandeling:
-
Wiktionary:
- onderhandeling → negotiation
- onderhandeling → negotiation
Dutch
Detailed Translations for onderhandeling from Dutch to English
onderhandeling:
-
de onderhandeling (marchandering)
Translation Matrix for onderhandeling:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bargain | marchandering; onderhandeling | aanbieding; afpingelarij; deal; knibbelarij; koopje; speciale aanbieding; spotkoopje; transactie; zaak |
chaffer | marchandering; onderhandeling | |
haggle | marchandering; onderhandeling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bargain | afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren | |
chaffer | sjaggeren | |
haggle | afdingen; afpingelen; beknibbelen; dingen; knibbelen; knijpen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; schrapen; sjacheren |
Related Words for "onderhandeling":
Wiktionary Translations for onderhandeling:
onderhandeling
Cross Translation:
noun
onderhandeling
-
een proces van overleg waarbij partijen trachten tot een voor beiden aanvaardbare afspraak te komen
- onderhandeling → negotiation
noun
-
process of achieving agreement
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• onderhandeling | → negotiation | ↔ négociation — action de négocier les grandes affaires publiques. |