Interglot - beveiliging: Dutch and English Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to English: more detail...

beveiliging:
- safety; protection; security; safeguard; guard
Wiktionary:
- beveiliging → protection, safeguarding, security
- beveiliging → care, protection, securization

Dutch

Detailed Translations for beveiliging from Dutch to English

de beveiliging (veiligheid; bescherming; protectie)
the safety; the protection
- safety [the ~] nom
- protection [the ~] nom
de beveiliging
the security
– Protection of a computer system and its data from harm or loss. ¹
- security [the ~] nom
de beveiliging
the safeguard
– A technology, policy, or procedure that counters a threat or protects assets. ¹
- safeguard [the ~] nom
de beveiliging
the guard
– In a statechart or activity diagram, a condition that specifies when an event can take place. Whenever its event fires, a guard is evaluated only once. ¹
- guard [the ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
guard	beveiliging	baanschuiver; begeleiding; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon
protection	bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid	afdekken; afschermen; beschermen; bescherming; geborgenheid; protectie; vrijwaring
safeguard	beveiliging	vrijbrief; vrijgeleide
safety	bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid	bescherming; beschutting; veiligheid
security	beveiliging	bescherming; beschutting; borg; cautie; garantie; geborgenheid; keur; onderpand; pand; securiteit; veiligheid; waarborg; waarborging; waarborgsom; waardepapier; zekerheidstelling
Verb	Related Translations	Other Translations
guard		behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaken; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; toezien op; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren; waken; waken over
safeguard		beschermen; beschutten; beveiligen; hoeden; in bescherming nemen; van alarm voorzien; veilig opbergen; verdedigen

beveiliging

noun

de genomen maatregelen die er zo goed mogelijk voor zorgen dat er niets verkeerds gebeurt
- beveiliging → protection; safeguarding

beveiliging

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• beveiliging	→ care; protection	↔ Schutz — die Handlung des schützen
• beveiliging	→ securization	↔ sécurisation — Action de sécuriser.