Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. groentje:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for groentje from Dutch to English

groentje:

groentje [het ~] nom

  1. het groentje (lafbek; lafaard; melkmuil)
    the coward; the rookie; the chicken; the freshman; the greenhorn; the poltroon; the novice; the dogs and cats; the hare's foot
  2. het groentje (nieuwkomer)
    the novice; the greenhorn
  3. het groentje (eerstejaars student; foet; eerstejaars)
    the novice; the rookie; the greenhorn

Translation Matrix for groentje:

NounRelated TranslationsOther Translations
chicken groentje; lafaard; lafbek; melkmuil hen; hoen; hoender; hoenderik; kip; poulet
coward groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
dogs and cats groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
freshman groentje; lafaard; lafbek; melkmuil nieuweling; nieuwkomer
greenhorn eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; lafaard; lafbek; melkmuil; nieuwkomer nieuweling; nieuwkomer
hare's foot groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
novice eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; lafaard; lafbek; melkmuil; nieuwkomer nieuweling; nieuwkomer
poltroon groentje; lafaard; lafbek; melkmuil
rookie eerstejaars; eerstejaars student; foet; groentje; lafaard; lafbek; melkmuil nieuweling; nieuwkomer; rekruut

Related Words for "groentje":

  • groentjes

Wiktionary Translations for groentje:

groentje
noun
  1. onervaren persoon
  2. Callophrys rubi
groentje
noun
  1. inexperienced person

Cross Translation:
FromToVia
groentje freshman bizut — (argot) éduc|fr élève de première année d’une école supérieure ou de classe préparatoire aux grandes écoles.
groentje green; rookie bleu — Soldat sans expérience (4.1)