Dutch
Detailed Translations for aanscherpen from Dutch to English
aanscherpen:
-
aanscherpen (intensiveren; versterken; toespitsen; verhevigen)
to strengthen; to amplify; to intensify; to invigorate; acumilate; to fortify; to deepen-
acumilate verbe
-
aanscherpen (aanspitsen)
Translation Matrix for aanscherpen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fortify | versterken van de bewapening | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
accentuate | aanscherpen; aanspitsen | beklemtonen; benadrukken; betonen |
acumilate | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
amplify | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
deepen | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | uitdiepen; verdiepen |
fortify | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | sterker maken |
intensify | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | sterken; sterker worden; versterken |
invigorate | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
sharpen | aanscherpen; aanspitsen | aanhalen; aanpunten; aanslijpen; aanzetten; punten; scherp maken; scherpen; slijpen; verscherpen; wetten |
strengthen | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | sterken; sterker maken; sterker worden; versterken |
Wiktionary Translations for aanscherpen:
aanscherpen
verb
aanscherpen
-
scherper maken
- aanscherpen → sharpen
verb
-
to make sharp