Dutch
Detailed Translations for aantekenen from Dutch to English
aantekenen:
-
aantekenen (verzet aantekenen)
-
aantekenen (op schrift stellen; registreren; noteren; optekenen; boeken)
Conjugations for aantekenen:
o.t.t.
- teken aan
- tekent aan
- tekent aan
- teken aan
- teken aan
- teken aan
o.v.t.
- tekende aan
- tekende aan
- tekende aan
- tekenden aan
- tekenden aan
- tekenden aan
v.t.t.
- heb aangetekend
- hebt aangetekend
- heeft aangetekend
- hebben aangetekend
- hebben aangetekend
- hebben aangetekend
v.v.t.
- had aangetekend
- had aangetekend
- had aangetekend
- hadden aangetekend
- hadden aangetekend
- hadden aangetekend
o.t.t.t.
- zal aantekenen
- zult aantekenen
- zal aantekenen
- zullen aantekenen
- zullen aantekenen
- zullen aantekenen
o.v.t.t.
- zou aantekenen
- zou aantekenen
- zou aantekenen
- zouden aantekenen
- zouden aantekenen
- zouden aantekenen
diversen
- teken aan!
- tekent aan!
- aangetekend
- aantekenende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aantekenen:
Wiktionary Translations for aantekenen:
aantekenen
Cross Translation:
verb
aantekenen
-
opschrijven
- aantekenen → register
verb
-
to record in writing
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aantekenen | → record; tape; register; enroll; enrol; keep | ↔ enregistrer — mettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note. |
• aantekenen | → make a note; note; write down | ↔ noter — marquer d’un trait dans un livre, dans un écrit. |
• aantekenen | → recommend; advocate; commend | ↔ recommander — à trier |