Summary
Dutch to English: more detail...
- accoord:
-
Wiktionary:
- accoord → in agreement, agreed, at one
Dutch
Detailed Translations for accoord from Dutch to English
accoord:
-
accoord (goedkeuring; toestemming)
-
accoord (goedgekeurd; aanvaard; geaccepteerd; aangenomen)
Translation Matrix for accoord:
Noun | Related Translations | Other Translations |
approval | accoord; goedkeuring; toestemming | afspraak; akkoord; autorisatie; bijval; fiat; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; homologatie; instemming; machtiging; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming; volmacht |
consent | accoord; goedkeuring; toestemming | afspraak; akkoord; believen; goeddunken; goedkeuring; instemming; jawoord; overeenkomst; regeling; schikking; welbevinden |
sanctioning | accoord; goedkeuring; toestemming | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
accepted | aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd | binnengehaald; gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; ingehaald; toegelaten; toegestaan; veroorloofd |
Wiktionary Translations for accoord:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• accoord | → in agreement; agreed; at one | ↔ einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich |