Dutch
Detailed Translations for afgesloofd from Dutch to English
afgesloofd:
Translation Matrix for afgesloofd:
| Adjective | Related Translations | Other Translations |
| worn out | afgesloofd | afgedragen; afgeleefd; afgemat; afgetrapt; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; oud; uitgeleefd; versleten; vervallen |
Related Words for "afgesloofd":
afsloven:
-
afsloven (zich afsloven; zwoegen; ploeteren; sloven; afbeulen; sappelen; afjakkeren)
to drudge; to slave away; to work to pieces; to slave; to work oneself to the bone; to put oneself out; to go out of one's way-
work oneself to the bone verbe (works oneself to the bone, worked oneself to the bone, working oneself to the bone)
Conjugations for afsloven:
o.t.t.
- sloof af
- slooft af
- slooft af
- sloven af
- sloven af
- sloven af
o.v.t.
- sloofde af
- sloofde af
- sloofde af
- sloofden af
- sloofden af
- sloofden af
v.t.t.
- heb afgesloofd
- hebt afgesloofd
- heeft afgesloofd
- hebben afgesloofd
- hebben afgesloofd
- hebben afgesloofd
v.v.t.
- had afgesloofd
- had afgesloofd
- had afgesloofd
- hadden afgesloofd
- hadden afgesloofd
- hadden afgesloofd
o.t.t.t.
- zal afsloven
- zult afsloven
- zal afsloven
- zullen afsloven
- zullen afsloven
- zullen afsloven
o.v.t.t.
- zou afsloven
- zou afsloven
- zou afsloven
- zouden afsloven
- zouden afsloven
- zouden afsloven
diversen
- sloof af!
- slooft af!
- afgesloofd
- afslovende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze