Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. baden:
  2. bidden:
  3. bad:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for baden from Dutch to English

baden:

baden verbe (baad, baadt, baadde, baadden, gebaad)

  1. baden
    to bathe
    • bathe verbe (bathes, bathed, bathing)

Conjugations for baden:

o.t.t.
  1. baad
  2. baadt
  3. baadt
  4. baden
  5. baden
  6. baden
o.v.t.
  1. baadde
  2. baadde
  3. baadde
  4. baadden
  5. baadden
  6. baadden
v.t.t.
  1. heb gebaad
  2. hebt gebaad
  3. heeft gebaad
  4. hebben gebaad
  5. hebben gebaad
  6. hebben gebaad
v.v.t.
  1. had gebaad
  2. had gebaad
  3. had gebaad
  4. hadden gebaad
  5. hadden gebaad
  6. hadden gebaad
o.t.t.t.
  1. zal baden
  2. zult baden
  3. zal baden
  4. zullen baden
  5. zullen baden
  6. zullen baden
o.v.t.t.
  1. zou baden
  2. zou baden
  3. zou baden
  4. zouden baden
  5. zouden baden
  6. zouden baden
diversen
  1. baad!
  2. baadt!
  3. gebaad
  4. badende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for baden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bathe baden een bad nemen

Related Words for "baden":


baden form of bidden:

bidden verbe (bid, bidt, bad, baden, gebeden)

  1. bidden (in gebed zijn)
    to pray; to say grace
    • pray verbe (prays, prayed, praying)
    • say grace verbe (says grace, said grace, saying grace)
  2. bidden (smeken; verzoeken; vragen)
    to beg; to plead; to request; to appeal; to implore; to beseech; to pray; to query; to ask
    • beg verbe (begs, begged, begging)
    • plead verbe (pleads, pleaded, pleading)
    • request verbe (requests, requested, requesting)
    • appeal verbe (appeals, appealed, appealing)
    • implore verbe (implores, implored, imploring)
    • beseech verbe (beseeches, beseeched, beseeching)
    • pray verbe (prays, prayed, praying)
    • query verbe (queries, queried, querying)
    • ask verbe (asks, asked, asking)
  3. bidden
    to hover
    – hang in the air; fly or be suspended above 1
    • hover verbe (hovers, hovered, hovering)

Conjugations for bidden:

o.t.t.
  1. bid
  2. bidt
  3. bidt
  4. bidden
  5. bidden
  6. bidden
o.v.t.
  1. bad
  2. bad
  3. bad
  4. baden
  5. baden
  6. baden
v.t.t.
  1. heb gebeden
  2. hebt gebeden
  3. heeft gebeden
  4. hebben gebeden
  5. hebben gebeden
  6. hebben gebeden
v.v.t.
  1. had gebeden
  2. had gebeden
  3. had gebeden
  4. hadden gebeden
  5. hadden gebeden
  6. hadden gebeden
o.t.t.t.
  1. zal bidden
  2. zult bidden
  3. zal bidden
  4. zullen bidden
  5. zullen bidden
  6. zullen bidden
o.v.t.t.
  1. zou bidden
  2. zou bidden
  3. zou bidden
  4. zouden bidden
  5. zouden bidden
  6. zouden bidden
diversen
  1. bid!
  2. bidt!
  3. gebeden
  4. biddende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bidden [znw.] nom

  1. bidden (gebed)
    the prayer; the devotions; the grace

Translation Matrix for bidden:

NounRelated TranslationsOther Translations
appeal aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvraag; appèl; attractiviteit; bede; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bezwaarschrift; fascinatie; petitie; rechtsmiddel; rekest; rekwest; smeekbede; smeekgebed; verzoek; verzoekschrift
devotions bidden; gebed
grace bidden; gebed dienst; genade; goedgunstigheid; gratie; gunst; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning; welwillendheid
prayer bidden; gebed bede; smeekbede; smeekgebed; verzoek
query eis; query; vordering; vraag
request aanvraag; bede; bod; eis; interpellatie; motie; opvragen; opvraging; propositie; smeekbede; smeekgebed; verzoek; voorstel; voorstel doen; vordering; vraag
VerbRelated TranslationsOther Translations
appeal bidden; smeken; verzoeken; vragen aantekenen; aanvragen; aanzoeken; appelleren; appèl aantekenen; beroepen; uitnodigen; verzet aantekenen; verzoeken; vragen
ask bidden; smeken; verzoeken; vragen aanvragen; aanzoeken; navragen; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen
beg bidden; smeken; verzoeken; vragen aanvragen; aanzoeken; bedelen; schooien; soebatten; uitnodigen; verzoeken; vragen
beseech bidden; smeken; verzoeken; vragen
grace opluisteren
hover bidden aanwijzen; hangen; zweven
implore bidden; smeken; verzoeken; vragen
plead bidden; smeken; verzoeken; vragen bepleiten; pleiten; soebatten
pray bidden; in gebed zijn; smeken; verzoeken; vragen
query bidden; smeken; verzoeken; vragen aanvragen; aanzoeken; rekwestreren; uitnodigen; verzoeken; vraag stellen; vragen
request bidden; smeken; verzoeken; vragen aanvragen; aanzoeken; rekwestreren; uitnodigen; verzoeken; vragen
say grace bidden; in gebed zijn

Related Definitions for "bidden":

  1. iets dingend vragen2
    • ze bidden om vrede2
  2. praten met God2
    • voor het eten wordt altijd gebeden2

Wiktionary Translations for bidden:

bidden
verb
  1. in gebed zijn, een godheid iets vragen
  2. dringend iets vragen, smeken
    • biddenbeg
bidden
verb
  1. to utter a greeting or salutation
  2. to beg
  3. to petition a higher being
  4. to talk to God
noun
  1. the act of praying

Cross Translation:
FromToVia
bidden implore implorerdemander humblement et avec instance, secours, faveur, ou grâce.
bidden pray; ask; ask for; beg; bid; request; apply; seek; apply for prieradorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce.
bidden solicit; beg; implore; plead; appeal; beseech; attract; draw; allure solliciterinciter ou exciter à faire quelque chose.

bad:

bad [het ~] nom

  1. het bad (zwembad)
    the swimming pool; the pool
    – pool that provides a facility for swimming 1
  2. het bad
    the tub; the bath; the bathtub; the bathing tub
    – a relatively large open container that you fill with water and use to wash the body 1

Translation Matrix for bad:

NounRelated TranslationsOther Translations
bath bad
bathing tub bad
bathtub bad
pool bad; zwembad inzet; plas; poel; pool; pot; poule; speelgeld; vijver
swimming pool bad; zwembad
tub bad badkuip; bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; tobbe; ton; vat; waskuip

Related Words for "bad":


Related Definitions for "bad":

  1. kuip om je in te wassen2
    • heb je het bad wel schoongemaakt?2
  2. water waarin je je zit te wassen2
    • ik neem een warm bad2

Wiktionary Translations for bad:

bad
noun
  1. act of bathing
  2. tub

Cross Translation:
FromToVia
bad bathtub; bath; tub baignoire — Pour prendre des bains
bad bath bainaction de baigner ou de se baigner.

Related Translations for baden