Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bang zijn:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bang zijn from Dutch to English

bang zijn:

bang zijn verbe (ben bang, bent bang, was bang, waren bang, bang geweest)

  1. bang zijn (vrezen; vrees koesteren)
    to fear; to dread; to be afraid of
    • fear verbe (fears, feared, fearing)
    • dread verbe (dreads, dreaded, dreading)
    • be afraid of verbe (is afraid of, being afraid of)

Conjugations for bang zijn:

o.t.t.
  1. ben bang
  2. bent bang
  3. bent bang
  4. zijn bang
  5. zijn bang
  6. zijn bang
o.v.t.
  1. was bang
  2. was bang
  3. was bang
  4. waren bang
  5. waren bang
  6. waren bang
v.t.t.
  1. ben bang geweest
  2. bent bang geweest
  3. is bang geweest
  4. zijn bang geweest
  5. zijn bang geweest
  6. zijn bang geweest
v.v.t.
  1. was bang geweest
  2. was bang geweest
  3. was bang geweest
  4. waren bang geweest
  5. waren bang geweest
  6. waren bang geweest
o.t.t.t.
  1. zal bang zijn
  2. zult bang zijn
  3. zal bang zijn
  4. zullen bang zijn
  5. zullen bang zijn
  6. zullen bang zijn
o.v.t.t.
  1. zou bang zijn
  2. zou bang zijn
  3. zou bang zijn
  4. zouden bang zijn
  5. zouden bang zijn
  6. zouden bang zijn
diversen
  1. ben bang!
  2. ben bangt!
  3. bang geweest
  4. bang zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bang zijn:

NounRelated TranslationsOther Translations
dread bevreesdheid
fear angst; bangheid; bevreesdheid; schichtigheid; vrees
VerbRelated TranslationsOther Translations
be afraid of bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; duchten
dread bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; schromen; tegen iets opkijken
fear bang zijn; vrees koesteren; vrezen angst hebben; beducht zijn; bezorgd wezen; ertegen opzien; in zorg zijn; tegen iets opkijken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fear angstig; bang; bevreesd; bezorgd; in angst; ongerust; verontrust; verschrikt; vreesachtig

Wiktionary Translations for bang zijn:

bang zijn
verb
  1. to fear greatly

Cross Translation:
FromToVia
bang zijn afraid fürchten — (reflexiv), sich (vor etwas) fürchten: (vor etwas) Angst (Furcht) haben

Related Translations for bang zijn