Noun | Related Translations | Other Translations |
employees
|
bediening; besturing
|
employees; personeel; staf; werknemers
|
manpower
|
bediening; besturing
|
arbeider; arbeidskracht; arbeidskrachten; employees; klerk; mankracht; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer; werknemers
|
personnel
|
bediening; besturing
|
employees; personeel; staf; werknemers
|
servants
|
bediening; besturing
|
bodes; dienaars; dienaressen; dienstboden; dienstbodes; employees; huishoudelijke hulp; huispersoneel; meiden; onderdanen; werknemers
|
service
|
bediening; service; uitserveren
|
dienst; diensten; gunst; herstelling van materiaal; instituut; kerkviering; kuising; mis; onderhoudsbeurt; opdienen; opruiming; reinigen; reiniging; revisie; schoonmaak; schoonmaken; serveren; service; serviceverlening; verpleging; verschaffing; verzorging; voorziening; zorg; zuivering
|
serving
|
bediening; service; uitserveren
|
|
staff
|
bediening; besturing
|
employees; kader; leidinggevend personeel; personeel; staf; werknemers
|
steering
|
bediening; besturing
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
service
|
|
van dienst zijn
|
staff
|
|
bemannen
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
service
|
|
dienstverlenend; dienstverlenende
|