Summary
Dutch to English: more detail...
- bekendheid:
- bekend:
-
Wiktionary:
- bekendheid → fame, custom, acquaintance
- bekendheid → command, competence, competency, proficiency, skill, ken, awareness, consciousness, lucidity, realization
- bekend → familiar, acquainted
- bekend → abreast
Dutch
Detailed Translations for bekendheid from Dutch to English
bekendheid:
-
de bekendheid (reputatie)
Translation Matrix for bekendheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fame | bekendheid; reputatie | befaamdheid; beroemdheid; faam; in de mode zijn; naam; populariteit; reputatie; roem; roep; vermaardheid |
name | bekendheid; reputatie | aanduiding; benaming; benoeming; faam; grammaticaal predikaat; merk; merknaam; naam; predikaat; reputatie; roep; term |
reputation | bekendheid; reputatie | aanzien; achting; faam; naam; niveau; reputatie; roep |
Verb | Related Translations | Other Translations |
name | benoemen; bestempelen; betitelen; dopen; een naam geven; noemen; opnoemen; opsommen; vernoemen |
Related Words for "bekendheid":
Wiktionary Translations for bekendheid:
bekendheid
Cross Translation:
noun
-
state of being famous
-
familiar acquaintance; familiarity
-
state of being acquainted
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bekendheid | → command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |
bekendheid form of bekend:
Translation Matrix for bekend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
familiar | bekend; vertrouwd | familiair; gemeenzaam; gevierd; makkelijk in de omgang; populair |
known | bekend; vertrouwd | ruchtbaar |
trusted | bekend; vertrouwd | blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vertrouwde; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig |
Related Words for "bekend":
Antonyms for "bekend":
Related Definitions for "bekend":
Wiktionary Translations for bekend:
bekend
adjective
-
known to one
-
familiar
-
informed