Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. bekrassen:


Dutch

Detailed Translations for bekrassen from Dutch to English

bekrassen:

bekrassen verbe (bekras, bekrast, bekraste, bekrasten, bekrast)

  1. bekrassen
    to scratch
    • scratch verbe (scratches, scratched, scratching)

Conjugations for bekrassen:

o.t.t.
  1. bekras
  2. bekrast
  3. bekrast
  4. bekrassen
  5. bekrassen
  6. bekrassen
o.v.t.
  1. bekraste
  2. bekraste
  3. bekraste
  4. bekrasten
  5. bekrasten
  6. bekrasten
v.t.t.
  1. heb bekrast
  2. hebt bekrast
  3. heeft bekrast
  4. hebben bekrast
  5. hebben bekrast
  6. hebben bekrast
v.v.t.
  1. had bekrast
  2. had bekrast
  3. had bekrast
  4. hadden bekrast
  5. hadden bekrast
  6. hadden bekrast
o.t.t.t.
  1. zal bekrassen
  2. zult bekrassen
  3. zal bekrassen
  4. zullen bekrassen
  5. zullen bekrassen
  6. zullen bekrassen
o.v.t.t.
  1. zou bekrassen
  2. zou bekrassen
  3. zou bekrassen
  4. zouden bekrassen
  5. zouden bekrassen
  6. zouden bekrassen
diversen
  1. bekras!
  2. bekrast!
  3. bekrast
  4. bekrassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bekrassen:

NounRelated TranslationsOther Translations
scratch krab; krabwond; kras; lijn; schram; schrammetje; schreef
VerbRelated TranslationsOther Translations
scratch bekrassen afkrabben; graaien; grijpen; grissen; jatten; krassen; pikken; schrapen; schrappen; snaaien; wegkapen; zich krabben