Dutch
Detailed Translations for bladeren from Dutch to English
bladeren:
-
bladeren (doorbladeren)
-
bladeren
-
bladeren (zoeken; browsen)
to browse; browse for– To scan a database, a list of files, or the Internet, either for a particular item or for anything that seems to be of interest. 1-
browse for verbe
Conjugations for bladeren:
o.t.t.
- blader
- bladert
- bladert
- bladeren
- bladeren
- bladeren
o.v.t.
- bladerde
- bladerde
- bladerde
- bladerden
- bladerden
- bladerden
v.t.t.
- heb gebladerd
- hebt gebladerd
- heeft gebladerd
- hebben gebladerd
- hebben gebladerd
- hebben gebladerd
v.v.t.
- had gebladerd
- had gebladerd
- had gebladerd
- hadden gebladerd
- hadden gebladerd
- hadden gebladerd
o.t.t.t.
- zal bladeren
- zult bladeren
- zal bladeren
- zullen bladeren
- zullen bladeren
- zullen bladeren
o.v.t.t.
- zou bladeren
- zou bladeren
- zou bladeren
- zouden bladeren
- zouden bladeren
- zouden bladeren
diversen
- blader!
- bladert!
- gebladerd
- bladerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bladeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
browse | bladeren; browsen; zoeken | afgrazen; grasduinen; graseten; grazen; neuzen; snuffelen; speuren; weiden |
browse for | bladeren; browsen; zoeken | |
flip through the pages | bladeren | |
leaf through the pages | bladeren | |
turn over the leaves | bladeren; doorbladeren | |
turn over the pages | bladeren |