Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate blijken

Translate blijken from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

blijken:
- be fulfilled; come true
blijk:
- proof; token; evidence; piece of evidence; body of evidence
Wiktionary:
- blijken → appear, prove
- blijken → emerging
- blijk → witness, character, mark, sign, proof, token, evidence, certificate, testimony, certification, reference, deposition

Dutch

Detailed Translations for blijken from Dutch to English

blijken:

blijken verbe (blijk, blijkt, bleek, bleken, gebleken)

blijken (bewaarheid worden; uitkomen)
be fulfilled; to come true
- be fulfilled verbe
- come true verbe (comes true, came true, coming true)

Conjugations for blijken:

o.t.t.

blijk
blijkt
blijkt
blijken
blijken
blijken

o.v.t.

bleek
bleek
bleek
bleken
bleken
bleken

v.t.t.

ben gebleken
bent gebleken
is gebleken
zijn gebleken
zijn gebleken
zijn gebleken

v.v.t.

was gebleken
was gebleken
was gebleken
waren gebleken
waren gebleken
waren gebleken

o.t.t.t.

zal blijken
zult blijken
zal blijken
zullen blijken
zullen blijken
zullen blijken

o.v.t.t.

zou blijken
zou blijken
zou blijken
zouden blijken
zouden blijken
zouden blijken

diversen

blijk!
blijkt!
gebleken
blijkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blijken:

Verb	Related Translations	Other Translations
be fulfilled	bewaarheid worden; blijken; uitkomen
come true	bewaarheid worden; blijken; uitkomen

Related Words for "blijken":

blijk

Antonyms for "blijken":

lijken; schijnen

Related Definitions for "blijken":

wat je kunt merken, wat duidelijk is¹
- de jongen bleek goed in wiskunde te zijn¹

Wiktionary Translations for blijken:

blijken

verb

copl|nld uit iets duidelijk (geworden) zijn
- blijken → appear

blijken

adjective

becoming prominent; newly formed; emergent; rising
- emerging → blijken; zich vertonen; zich voordoen; naar buiten komen; (naar) boven komen

verb

To become visible to the apprehension of the mind
- appear → blijken
to turn out; to manifest
- prove → blijken; uitwijzen

blijk:

blijk [het ~] nom

het blijk (bewijs; teken)
the proof; the token; the evidence; the piece of evidence; the body of evidence
- proof [the ~] nom
- token [the ~] nom
- evidence [the ~] nom
- piece of evidence [the ~] nom
- body of evidence [the ~] nom

Translation Matrix for blijk:

Noun	Related Translations	Other Translations
body of evidence	bewijs; blijk; teken
evidence	bewijs; blijk; teken	aanwijzing; bewijs; bewijsmateriaal; bewijsmiddel; bewijsstuk; getuigenverklaring; indicatie; papier; symptoom; teken
piece of evidence	bewijs; blijk; teken	bewijs; bewijsstuk
proof	bewijs; blijk; teken	bewijs; bewijsmiddel; bewijsstuk; proefdruk
token	bewijs; blijk; teken	bon; coupon; munt; penning; plaatje als herkenningsteken; token
Verb	Related Translations	Other Translations
proof		beproeven; op de proef stellen

Related Words for "blijk":

blijken

Wiktionary Translations for blijk:

Cross Translation:

From	To	Via
• blijk	→ witness; character; mark; sign; proof; token; evidence; certificate; testimony; certification; reference; deposition	↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit.

Related Translations for blijken

laten blijken

¹Muiswerk Woordenboek