Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. chantage:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for chantage from Dutch to English

chantage:

chantage [de ~ (v)] nom

  1. de chantage
    the blackmail; the cheat

Translation Matrix for chantage:

NounRelated TranslationsOther Translations
blackmail chantage
cheat chantage flessentrekker; misleider
VerbRelated TranslationsOther Translations
blackmail afpersen; chanteren
cheat afzetten; bedonderen; bedotten; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; misleiden; neppen; oplichten; tillen; verneuken; zwendelen

Synonyms for "chantage":

  • afpersing

Related Definitions for "chantage":

  1. het afdwingen door te dreigen1
    • door chantage kreeg zij haar zin1

Wiktionary Translations for chantage:

chantage
noun
  1. mensen onder voor de buitenwereld onzichtbare bedreiging zaken tegen hun wil laten doen