Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. consumpties:
  2. consumptie:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for consumpties from Dutch to English

consumpties:

consumpties [de ~] nom, pluriel

  1. de consumpties (verteringen)
    the refreshments; the drinks; the food

Translation Matrix for consumpties:

NounRelated TranslationsOther Translations
drinks consumpties; verteringen borrels; drank; drinkbaar vocht; neuten; staande recepties
food consumpties; verteringen eetwaren; eten; gerecht; kost; leeftocht; levensmiddel; levensmiddelen; proviand; schotel; spijs; spijziging; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
refreshments consumpties; verteringen versnaperingen

Related Words for "consumpties":


consumptie:

consumptie [de ~ (v)] nom

  1. de consumptie (verbruik)
    the consumption; the expenditure; the use

Translation Matrix for consumptie:

NounRelated TranslationsOther Translations
consumption consumptie; verbruik spijsvertering; verbruik; vertering
expenditure consumptie; verbruik besteding; uitgaven
use consumptie; verbruik aanwenden; aanwending; behandeling; doel; gebruik; hantering; inzet; nut; nuttigheid; toepassing; waarde; zin
VerbRelated TranslationsOther Translations
use aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; consumeren; doorjagen; gebruik maken van; gebruiken; gebruikmaken; hanteren; opmaken; toepassen; utiliseren; verbruiken

Related Words for "consumptie":


Wiktionary Translations for consumptie:

consumptie
noun
  1. the amount consumed
  2. the act of consuming something

Cross Translation:
FromToVia
consumptie consumption; intake consommation — Action de se servir des choses qui se détruisent par l’usage