Dutch
Detailed Translations for de strijd aanbinden from Dutch to English
de strijd aanbinden:
de strijd aanbinden verbe (bind de strijd aan, bindt de strijd aan, bond de strijd aan, bonden de stijd aan, de strijd aangebonden)
-
de strijd aanbinden
Conjugations for de strijd aanbinden:
o.t.t.
- bind de strijd aan
- bindt de strijd aan
- bindt de strijd aan
- binden de strijd aan
- binden de strijd aan
- binden de strijd aan
o.v.t.
- bond de strijd aan
- bond de strijd aan
- bond de strijd aan
- bonden de stijd aan
- bonden de stijd aan
- bonden de stijd aan
v.t.t.
- heb de strijd aangebonden
- hebt de strijd aangebonden
- heeft de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
- hebben de strijd aangebonden
v.v.t.
- had de strijd aangebonden
- had de strijd aangebonden
- had de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
- hadden de strijd aangebonden
o.t.t.t.
- zal de strijd aanbinden
- zult de strijd aanbinden
- zal de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
- zullen de strijd aanbinden
o.v.t.t.
- zou de strijd aanbinden
- zou de strijd aanbinden
- zou de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
- zouden de strijd aanbinden
diversen
- bind de strijd aan!
- bindt de strijd aan!
- de strijd aangebonden
- de strijd aanbindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for de strijd aanbinden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fight | gedonderjaag; geravot; gestoei; gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; stoeierij; stoeipartij; strijden; vechtpartij | |
struggle | gevecht; geworstel; kamp; strijd; worsteling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
combat | de strijd aanbinden | bekampen; bestrijden; bevechten |
fight | de strijd aanbinden | bakkeleien; bekampen; bestrijden; bevechten; duelleren; kampen; knokken; matten; strijd voeren; strijden; vechten |
struggle | de strijd aanbinden | kampen; opboksen; protesteren; strijd voeren; strijden; strijden tegen; tegenspartelen; tegenstribbelen; vechten; vechten tegen; verzetten |
External Machine Translations: