Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. degraderen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for degraderen from Dutch to English

degraderen:

degraderen [znw.] nom

  1. degraderen
    the degrading; the downgrading

degraderen verbe (degradeer, degradeert, degradeerde, degradeerden, gedegradeerd)

  1. degraderen (in rang verlagen; terugzetten; achteruitzetten; terugplaatsen)
    to degrade
    • degrade verbe (degrades, degraded, degrading)

Conjugations for degraderen:

o.t.t.
  1. degradeer
  2. degradeert
  3. degradeert
  4. degraderen
  5. degraderen
  6. degraderen
o.v.t.
  1. degradeerde
  2. degradeerde
  3. degradeerde
  4. degradeerden
  5. degradeerden
  6. degradeerden
v.t.t.
  1. heb gedegradeerd
  2. hebt gedegradeerd
  3. heeft gedegradeerd
  4. hebben gedegradeerd
  5. hebben gedegradeerd
  6. hebben gedegradeerd
v.v.t.
  1. had gedegradeerd
  2. had gedegradeerd
  3. had gedegradeerd
  4. hadden gedegradeerd
  5. hadden gedegradeerd
  6. hadden gedegradeerd
o.t.t.t.
  1. zal degraderen
  2. zult degraderen
  3. zal degraderen
  4. zullen degraderen
  5. zullen degraderen
  6. zullen degraderen
o.v.t.t.
  1. zou degraderen
  2. zou degraderen
  3. zou degraderen
  4. zouden degraderen
  5. zouden degraderen
  6. zouden degraderen
en verder
  1. ben gedegradeerd
  2. bent gedegradeerd
  3. is gedegradeerd
  4. zijn gedegradeerd
  5. zijn gedegradeerd
  6. zijn gedegradeerd
diversen
  1. degradeer!
  2. degradeert!
  3. gedegradeerd
  4. degraderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for degraderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
degrading degraderen
downgrading degraderen
VerbRelated TranslationsOther Translations
degrade achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten

Wiktionary Translations for degraderen:

degraderen
verb
  1. in rang verlagen
degraderen
verb
  1. to reduce in quality or purity