Dutch
Detailed Translations for door elkaar halen from Dutch to English
door elkaar halen:
door elkaar halen verbe (haal door elkaar, haalt door elkaar, haalde door elkaar, haalden door elkaar, door elkaar gehaald)
-
door elkaar halen (in de war maken)
Conjugations for door elkaar halen:
o.t.t.
- haal door elkaar
- haalt door elkaar
- haalt door elkaar
- halen door elkaar
- halen door elkaar
- halen door elkaar
o.v.t.
- haalde door elkaar
- haalde door elkaar
- haalde door elkaar
- haalden door elkaar
- haalden door elkaar
- haalden door elkaar
v.t.t.
- heb door elkaar gehaald
- hebt door elkaar gehaald
- heeft door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
- hebben door elkaar gehaald
v.v.t.
- had door elkaar gehaald
- had door elkaar gehaald
- had door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
- hadden door elkaar gehaald
o.t.t.t.
- zal door elkaar halen
- zult door elkaar halen
- zal door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
- zullen door elkaar halen
o.v.t.t.
- zou door elkaar halen
- zou door elkaar halen
- zou door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
- zouden door elkaar halen
diversen
- haal door elkaar!
- haalt door elkaar!
- door elkaar gehaald
- door elkaar halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for door elkaar halen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
tangle | chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
mix up | door elkaar halen; in de war maken | door elkaar geraken; door elkaar raken; dooreengooien; dooreenwerpen; in de war raken; met elkaar verwarren; van de kaart raken; van zijn stuk raken; verwisselen |
tangle | door elkaar halen; in de war maken | door elkaar geraken; door elkaar raken |