Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. doorsnijden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doorsnijden from Dutch to English

doorsnijden:

doorsnijden verbe (snijd door, snijdt door, sneed door, sneden door, doorgesneden)

  1. doorsnijden
    to cut through; to slice
    • cut through verbe (cuts through, cut through, cutting through)
    • slice verbe (slices, sliced, slicing)

Conjugations for doorsnijden:

o.t.t.
  1. snijd door
  2. snijdt door
  3. snijdt door
  4. snijden door
  5. snijden door
  6. snijden door
o.v.t.
  1. sneed door
  2. sneed door
  3. sneed door
  4. sneden door
  5. sneden door
  6. sneden door
v.t.t.
  1. heb doorgesneden
  2. hebt doorgesneden
  3. heeft doorgesneden
  4. hebben doorgesneden
  5. hebben doorgesneden
  6. hebben doorgesneden
v.v.t.
  1. had doorgesneden
  2. had doorgesneden
  3. had doorgesneden
  4. hadden doorgesneden
  5. hadden doorgesneden
  6. hadden doorgesneden
o.t.t.t.
  1. zal doorsnijden
  2. zult doorsnijden
  3. zal doorsnijden
  4. zullen doorsnijden
  5. zullen doorsnijden
  6. zullen doorsnijden
o.v.t.t.
  1. zou doorsnijden
  2. zou doorsnijden
  3. zou doorsnijden
  4. zouden doorsnijden
  5. zouden doorsnijden
  6. zouden doorsnijden
en verder
  1. is doorgesneden
  2. zijn doorgesneden
diversen
  1. snijd door!
  2. snijdt door!
  3. doorgesneden
  4. doorsnijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doorsnijden:

NounRelated TranslationsOther Translations
slice moot; plak; plakje; schijf; schijfje; segment; spatel; tranche
VerbRelated TranslationsOther Translations
cut through doorsnijden doorknippen
slice doorsnijden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cut through doorgesneden

Wiktionary Translations for doorsnijden:

doorsnijden
verb
  1. in twee losse stukken snijden
  2. dwars door een bepaald gebied voeren

Cross Translation:
FromToVia
doorsnijden dissect; cut sectionnerdiviser en plusieurs parties ou sections.