Dutch
Detailed Translations for een baby zogen from Dutch to English
een baby zogen:
een baby zogen verbe (zoog een baby, zoogt een baby, zoogde een baby, zoogden een baby, een baby gezogen)
-
een baby zogen (zogen)
Conjugations for een baby zogen:
o.t.t.
- zoog een baby
- zoogt een baby
- zoogt een baby
- zogen een baby
- zogen een baby
- zogen een baby
o.v.t.
- zoogde een baby
- zoogde een baby
- zoogde een baby
- zoogden een baby
- zoogden een baby
- zoogden een baby
v.t.t.
- heb een baby gezogen
- hebt een baby gezogen
- heeft een baby gezogen
- hebben een baby gezogen
- hebben een baby gezogen
- hebben een baby gezogen
v.v.t.
- had een baby gezogen
- had een baby gezogen
- had een baby gezogen
- hadden een baby gezogen
- hadden een baby gezogen
- hadden een baby gezogen
o.t.t.t.
- zal een baby zogen
- zult een baby zogen
- zal een baby zogen
- zullen een baby zogen
- zullen een baby zogen
- zullen een baby zogen
o.v.t.t.
- zou een baby zogen
- zou een baby zogen
- zou een baby zogen
- zouden een baby zogen
- zouden een baby zogen
- zouden een baby zogen
diversen
- zoog een baby!
- zoogt een baby!
- een baby gezogen
- een baby zogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for een baby zogen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| nurse | babyoppas; babysitter; baker; dierverzorger; kinderoppas; min; oppas; verpleegkundige; verpleegster; verzorger; ziekenverpleegster; ziekenverpleger; zoogmoeder; zuster | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| breastfeed a baby | een baby zogen; zogen | |
| nurse | een baby zogen; zogen | geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; koesteren; toedienen; verplegen; verstrekken; verzorgen; zorgen voor; zorgen voor iets |
| suckle | een baby zogen; zogen |