Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. erbij betrekken:


Dutch

Detailed Translations for erbij betrekken from Dutch to English

erbij betrekken:

erbij betrekken

  1. erbij betrekken (verwikkelen)

erbij betrekken verbe (betrek erbij, betrekt erbij, betrok erbij, betrokken erbij, erbij betrokken)

  1. erbij betrekken
    to engage; to initiate; operationalize; to begin

Conjugations for erbij betrekken:

o.t.t.
  1. betrek erbij
  2. betrekt erbij
  3. betrekt erbij
  4. betrekken erbij
  5. betrekken erbij
  6. betrekken erbij
o.v.t.
  1. betrok erbij
  2. betrok erbij
  3. betrok erbij
  4. betrokken erbij
  5. betrokken erbij
  6. betrokken erbij
v.t.t.
  1. heb erbij betrokken
  2. hebt erbij betrokken
  3. heeft erbij betrokken
  4. hebben erbij betrokken
  5. hebben erbij betrokken
  6. hebben erbij betrokken
v.v.t.
  1. had erbij betrokken
  2. had erbij betrokken
  3. had erbij betrokken
  4. hadden erbij betrokken
  5. hadden erbij betrokken
  6. hadden erbij betrokken
o.t.t.t.
  1. zal erbij betrekken
  2. zult erbij betrekken
  3. zal erbij betrekken
  4. zullen erbij betrekken
  5. zullen erbij betrekken
  6. zullen erbij betrekken
o.v.t.t.
  1. zou erbij betrekken
  2. zou erbij betrekken
  3. zou erbij betrekken
  4. zouden erbij betrekken
  5. zouden erbij betrekken
  6. zouden erbij betrekken
en verder
  1. ben erbij betrokken
  2. bent erbij betrokken
  3. is erbij betrokken
  4. zijn erbij betrokken
  5. zijn erbij betrokken
  6. zijn erbij betrokken
diversen
  1. betrek erbij!
  2. betrekt erbij!
  3. erbij betrokken
  4. erbij betrekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erbij betrekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
initiate adept; ingewijde; insider
VerbRelated TranslationsOther Translations
begin erbij betrekken aanbinden; aanbreken; aanknopen; aanvangen; beginnen; een begin nemen; engageren; inluiden; intreden; inviteren; inzetten; op gang komen; starten; uitnodigen; van start gaan
engage erbij betrekken aangrijpen; aanmelden; aanmonsteren; aannemen; aantrekken; aanwenden; benutten; engageren; gebruiken; in dienst nemen; inhuren; inschrijven; inviteren; toepassen; uitnodigen; verbintenis aangaan
initiate erbij betrekken aankaarten; aansnijden; aanvoeren; engageren; entameren; inaugureren; inhuldigen; initiëren; inviteren; inwijden; naar voren brengen; ontgroenen; op gang brengen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; plechtig bevestigen; poneren; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; uitnodigen
operationalize erbij betrekken engageren; inviteren; uitnodigen
OtherRelated TranslationsOther Translations
involve erbij betrekken; verwikkelen

Related Translations for erbij betrekken