Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate esprit
Translate
esprit
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
esprit:
thoroughness
;
energy
;
momentum
;
impetus
;
strength
;
spunk
;
spirit
;
jenever
;
drive
;
gin
;
soul
Dutch
Detailed Translations for
esprit
from Dutch to English
esprit:
esprit
[
de ~ (m)
]
nom
de esprit
(
daadkracht
;
momentum
;
energie
;
werklust
;
kracht
;
puf
;
aandrift
;
fut
)
the
thoroughness
;
the
energy
;
the
momentum
;
the
impetus
;
the
strength
;
the
spunk
;
the
spirit
;
the
jenever
;
the
drive
;
the
gin
;
the
soul
thoroughness
[
the ~
]
nom
energy
[
the ~
]
nom
momentum
[
the ~
]
nom
impetus
[
the ~
]
nom
strength
[
the ~
]
nom
spunk
[
the ~
]
nom
spirit
[
the ~
]
nom
jenever
[
the ~
]
nom
drive
[
the ~
]
nom
gin
[
the ~
]
nom
soul
[
the ~
]
nom
Translation Matrix for esprit:
Noun
Related Translations
Other Translations
drive
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
aandrift
;
aandrijving
;
autorijden
;
dagreis
;
diskettestation
;
drift
;
drijfjacht
;
dynamiek
;
excursie
;
gang
;
heenrit
;
impuls
;
inrit
;
instinct
;
klopjacht
;
motor
;
oprijlaan
;
oprit
;
prikkel
;
reis
;
rijden
;
rijtochtje
;
rijtoer
;
rit
;
schijfstation
;
station
;
stimulans
;
stuwkracht
;
tocht
;
tochtje
;
toer
;
toertje
;
tournee
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
;
voortstuwing
energy
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
arbeidskracht
;
arbeidsvermogen
;
werkkracht
;
werkvermogen
;
werkzaamheid
gin
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
impetus
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
dynamiek
;
impuls
;
prikkel
;
stimulans
;
stuwkracht
;
voortstuwing
jenever
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
jajem
;
jenever
momentum
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
dynamiek
;
impuls
;
prikkel
;
stimulans
;
stuwkracht
;
voortstuwing
;
voortvarendheid
soul
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
aard
;
geaardheid
;
gemoed
;
inborst
;
innerlijk
;
inslag
;
karakter
;
mentaliteit
;
natuur
;
psyche
;
ziel
spirit
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
gedistilleerde drank
;
gestookte alcohol
;
innerlijk
;
psyche
;
spiritus
spunk
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
strength
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fermheid
;
fiksheid
;
flinkheid
;
forsheid
;
geweld
;
kracht
;
macht
;
spierkracht
;
sterke kant
;
sterke zijde
;
sterkte
;
stevigheid
;
vastberadenheid
;
vermogen
thoroughness
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fut
;
kracht
;
momentum
;
puf
;
werklust
betrouwbaarheid
;
degelijkheid
;
deugdelijkheid
;
doortastendheid
;
gedegenheid
;
goede kwaliteit
;
grondigheid
;
soliditeit
;
stevigheid
Verb
Related Translations
Other Translations
drive
aan het stuur zitten
;
aandrijven
;
aansporen
;
aanzetten
;
berijden
;
een paard mennen
;
heien
;
karren
;
mennen
;
opkrikken
;
opwekken
;
opzwepen
;
prikkelen
;
rijden
;
sterk prikkelen
;
stimuleren
;
sturen
;
zenden
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads