Dutch
Detailed Translations for evengoed from Dutch to English
evengoed:
-
evengoed (desondanks; desalniettemin; toch; niettegenstaande)
nevertheless; anyhow; nonetheless; despite it; notwithstanding it-
nevertheless adv
-
anyhow adv
-
nonetheless adv
-
despite it adj
-
Translation Matrix for evengoed:
Adverb | Related Translations | Other Translations |
anyhow | desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch | althans; desondanks; doch; echter; evenwel; hoe dan ook; immers; maar; niettemin; nochtans; sowieso; toch |
nevertheless | desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch | desondanks; doch; echter; evenwel; maar; niettemin; nochtans; toch |
nonetheless | desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch | desondanks; evenwel; niettemin; nochtans; toch |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
despite it | desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch | |
notwithstanding it | desalniettemin; desondanks; evengoed; niettegenstaande; toch |