Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate fiksheid
Translate
fiksheid
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
fiksheid:
strength
;
vigour
;
intensity
;
power
;
vigor
fiks:
solid
;
strong
;
sturdy
;
muscular
;
stout
;
well built
;
firm
;
stiff
;
staunch
;
standing-on
Wiktionary:
fiks →
powerful
,
mighty
,
potent
,
strong
,
vigorous
,
forceful
,
tough
,
stallwart
,
puissant
Dutch
Detailed Translations for
fiksheid
from Dutch to English
fiksheid:
fiksheid
[
znw.
]
nom
fiksheid
(
sterkte
;
dynamiek
;
kracht
;
energie
;
felheid
)
the
strength
;
the
vigour
;
the
intensity
;
the
power
;
the
vigor
strength
[
the ~
]
nom
vigour
[
the ~
]
nom
,
britannique
intensity
[
the ~
]
nom
power
[
the ~
]
nom
vigor
[
the ~
]
nom
,
américain
Translation Matrix for fiksheid:
Noun
Related Translations
Other Translations
intensity
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fiksheid
;
kracht
;
sterkte
felheid
;
gedrevenheid
;
heftigheid
;
hevigheid
;
intensiteit
;
kracht
;
kwantiteit
;
mate
;
veldsterkte
power
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fiksheid
;
kracht
;
sterkte
autorisatie
;
autoriteit
;
autoriteiten
;
bevoegd zijn
;
bevoegdheid
;
capaciteit
;
electrische stroom
;
energie
;
fiat
;
gezag
;
gezaghebbers
;
heerschappij
;
kracht
;
macht
;
machtiging
;
mogendheden
;
mogendheid
;
stroom
;
toestemming
;
vermogen
;
volmacht
strength
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fiksheid
;
kracht
;
sterkte
aandrift
;
daadkracht
;
energie
;
esprit
;
fermheid
;
flinkheid
;
forsheid
;
fut
;
geweld
;
kracht
;
macht
;
momentum
;
puf
;
spierkracht
;
sterke kant
;
sterke zijde
;
stevigheid
;
vastberadenheid
;
vermogen
;
werklust
vigor
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fiksheid
;
kracht
;
sterkte
dapperheid
;
fermheid
;
flinkheid
;
forsheid
;
koenheid
;
krachtdadigheid
;
kranigheid
;
moed
;
onversaagdheid
;
stevigheid
;
voortvarendheid
vigour
dynamiek
;
energie
;
felheid
;
fiksheid
;
kracht
;
sterkte
dapperheid
;
fermheid
;
flinkheid
;
forsheid
;
koenheid
;
krachtdadigheid
;
kranigheid
;
moed
;
onversaagdheid
;
stevigheid
;
voortvarendheid
Related Words for "fiksheid":
fiks
fiks:
fiks
adj
fiks
(
stevig gebouwd
;
solide
;
stevig
;
sterk
;
robuust
;
ferm
;
flink
)
solid
;
strong
;
sturdy
;
muscular
;
stout
;
well built
solid
adj
strong
adj
sturdy
adj
muscular
adj
stout
adj
well built
adj
fiks
(
stevig
;
ferm
;
flink
)
firm
;
stiff
;
staunch
;
standing-on
firm
adj
stiff
adj
staunch
adj
standing-on
adj
Translation Matrix for fiks:
Noun
Related Translations
Other Translations
firm
bedrijf
;
coöperatie
;
firma
;
handelsbedrijf
;
handelsfirma
;
handelshuis
;
maatschap
;
maatschappij
;
onderneming
;
vennootschap
;
zaak
Verb
Related Translations
Other Translations
staunch
stelpen
;
stillen
Adjective
Related Translations
Other Translations
muscular
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
gespierd
solid
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
aannemelijk
;
betrouwbaar
;
degelijk
;
degelijke
;
deugdelijk
;
gedegen
;
gefundeerd
;
gegrond
;
logisch
;
op goede gronden steunend
;
solide
;
steekhoudend
;
stevig
;
van goede hoedanigheid
staunch
ferm
;
fiks
;
flink
;
stevig
hecht
stout
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
corpulent
;
degelijk
;
dik
;
doortastend
;
drastisch
;
ferm
;
flink
;
fors
;
gezet
;
krachtdadig
;
krachtig
;
lijvig
;
potig
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
vetlijvig
;
zwaarlijvig
strong
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
alcoholisch
;
doortastend
;
drastisch
;
erg
;
fel
;
ferm
;
flink
;
fysiek sterk
;
geestrijk
;
heftig
;
hevig
;
krachtdadig
;
krachtig
;
rijk aan alcohol
;
sterk
;
stevig
sturdy
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
flink
;
fors
;
forse
;
massief
;
niet hol
;
potig
;
stevig
Modifier
Related Translations
Other Translations
firm
ferm
;
fiks
;
flink
;
stevig
beslist
;
degelijk
;
doortastend
;
ferm
;
hecht
;
kordaat
;
krachtdadig
;
krachtig
;
solide
;
standvastig
;
stevig
;
vastbesloten
standing-on
ferm
;
fiks
;
flink
;
stevig
stiff
ferm
;
fiks
;
flink
;
stevig
gemelijk
;
harkerig
;
hartig
;
houterig
;
knorrig
;
krukkig
;
lastig
;
moeilijk
;
niet makkelijk
;
nurks
;
onbeholpen
;
ongemakkelijk
;
onhandig
;
pittig
;
pittig gesprek
;
schutterig
;
slungelig
;
star
;
stevig
;
stijf
;
stijfjes
;
stijve
;
straf
;
strak
;
stram
;
stroef
;
stumperig
;
stuntelig
;
stuurs
;
sukkelig
;
verstard
;
wrevelig
;
zwaar
well built
ferm
;
fiks
;
flink
;
robuust
;
solide
;
sterk
;
stevig
;
stevig gebouwd
Related Words for "fiks":
fiksheid
,
fikse
,
fik
Wiktionary Translations for
fiks
:
Cross Translation:
From
To
Via
•
fiks
→
powerful
;
mighty
;
potent
;
strong
;
vigorous
;
forceful
;
tough
;
stallwart
;
puissant
↔
puissant
— Qui a
beaucoup
de
pouvoir
.
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads