Interglot - "gehuil" translated from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

gehuil:
- crying; moaning; whining; sobbing; wailing; howling; lamenting; whimpering; yelping; lamentations
Wiktionary:
- gehuil → howl
- gehuil → howl, howling, squeal, row

Dutch

Detailed Translations for gehuil from Dutch to English

het gehuil (gejank; geween)
the crying; the moaning; the whining; the sobbing; the wailing; the howling; the lamenting; the whimpering; the yelping; the lamentations
- crying [the ~] nom
- moaning [the ~] nom
- whining [the ~] nom
- sobbing [the ~] nom
- wailing [the ~] nom
- howling [the ~] nom
- lamenting [the ~] nom
- whimpering [the ~] nom
- yelping [the ~] nom
- lamentations [the ~] nom
het gehuil (gejammer; geweeklaag)
the lamentations; the wailing
- lamentations [the ~] nom
- wailing [the ~] nom
het gehuil (wolvengehuil)
the howling
- howling [the ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
crying	gehuil; gejank; geween
howling	gehuil; gejank; geween; wolvengehuil	gebrul; gebulder; gegil; gekrijs; geloei; geraas; gescheld; geschreeuw; getier; loeien van de wind
lamentations	gehuil; gejammer; gejank; geweeklaag; geween
lamenting	gehuil; gejank; geween
moaning	gehuil; gejank; geween	gedram; gekerm; gekreun; gemekker; gesteun; gezanik; gezeur
sobbing	gehuil; gejank; geween	gesnik; het snikken
wailing	gehuil; gejammer; gejank; geweeklaag; geween
whimpering	gehuil; gejank; geween
whining	gehuil; gejank; geween	gedram; gezanik; gezeur
yelping	gehuil; gejank; geween	geblaf; gekef
Adjective	Related Translations	Other Translations
lamenting		chagrijnig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; klagerig; knorrig; lamenterend; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; weeklagend
wailing		chagrijnig; gemelijk; humeurig; jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagerig; knorrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
Modifier	Related Translations	Other Translations
moaning		jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend
whining		jammerend; jeremiërend; klaaglijk; klagelijk; klagend; lamenterend; weeklagend

gehuil

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• gehuil	→ howl; howling; squeal; row	↔ hurlement — Action de hurler.

External Machine Translations:

Remove Ads