Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gelijkrichten:


Dutch

Detailed Translations for gelijkrichten from Dutch to English

gelijkrichten:

gelijkrichten verbe (richt gelijk, richtte gelijk, richtten gelijk, gelijkgericht)

  1. gelijkrichten
    to align
    • align verbe (aligns, aligned, aligning)

Conjugations for gelijkrichten:

o.t.t.
  1. richt gelijk
  2. richt gelijk
  3. richt gelijk
  4. richten gelijk
  5. richten gelijk
  6. richten gelijk
o.v.t.
  1. richtte gelijk
  2. richtte gelijk
  3. richtte gelijk
  4. richtten gelijk
  5. richtten gelijk
  6. richtten gelijk
v.t.t.
  1. ben gelijkgericht
  2. bent gelijkgericht
  3. is gelijkgericht
  4. zijn gelijkgericht
  5. zijn gelijkgericht
  6. zijn gelijkgericht
v.v.t.
  1. was gelijkgericht
  2. was gelijkgericht
  3. was gelijkgericht
  4. waren gelijkgericht
  5. waren gelijkgericht
  6. waren gelijkgericht
o.t.t.t.
  1. zal gelijkrichten
  2. zult gelijkrichten
  3. zal gelijkrichten
  4. zullen gelijkrichten
  5. zullen gelijkrichten
  6. zullen gelijkrichten
o.v.t.t.
  1. zou gelijkrichten
  2. zou gelijkrichten
  3. zou gelijkrichten
  4. zouden gelijkrichten
  5. zouden gelijkrichten
  6. zouden gelijkrichten
diversen
  1. richt gelijk!
  2. richt gelijk!
  3. gelijkgericht
  4. gelijkrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelijkrichten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
align gelijkrichten richten; uitbalanceren; uitlijnen