Dutch

Detailed Translations for geslotenheid from Dutch to English

geslotenheid:

geslotenheid [de ~ (v)] nom

  1. de geslotenheid (verlegenheid; bedeesdheid; timiditeit; schroom; schuwheid)
    the reticence; the discomfiture; the restraint; the shyness; the timidity; the reserve; the timorousness

Translation Matrix for geslotenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
discomfiture bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid gegeneerdheid; gêne; schroom; verlegenheid
reserve bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid gereserveerdheid; reserve; reservist; terughoudendheid
restraint bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid bedwang; beheersing; beperkte mate van vrijheid; controle; gereserveerdheid; gevangen zetten; opsluiting; terughoudendheid; vrijheidsbeperking; zelfbeheersing
reticence bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid gereserveerdheid; stilzwijgendheid; terughoudendheid; zwijgzaamheid
shyness bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid bleuheid
timidity bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid beschroomdheid; bleuheid; eenkennigheid; schroom; schroomvalligheid; schuchterheid; schuwheid
timorousness bedeesdheid; geslotenheid; schroom; schuwheid; timiditeit; verlegenheid bleuheid; schroomvalligheid; schuchterheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
reserve achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden

Related Words for "geslotenheid":


gesloten:


Translation Matrix for gesloten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
shut afsluiten; dichtdoen; dichten; dichtgaan; dichtmaken; dichtstoppen; dichtvallen; sluiten; stoppen; toedoen; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
closed afgesloten; dicht; gesloten; toe afgesloten; dicht zijn; geloken
dense afgesloten; dicht; gesloten; toe achterlijk; afgestompt; breinloos; dicht; dicht opeen; dom; geesteloos; hardleers; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
locked dicht; gesloten; op slot vergrendeld
reserved geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; stil; taciturn; terughoudend; terughoudende; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam besproken; gereserveerd; opzijgezet
reticent geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende zwijgzaam
sealed dicht; gesloten; op slot gezegeld; verzegeld
shut afgesloten; dicht; gesloten; toe dicht zijn
taciturn gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam zwijgzaam
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aloof geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende afstandelijk; afzijdig; koel; koud
not saying much gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
tight-lipped gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam

Related Words for "gesloten":


Wiktionary Translations for gesloten:

gesloten
adjective
  1. reticent, secretive or uncommunicative
  2. non public
  3. not open
  4. having an inclination to secrecy