Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gevlucht:
  2. vluchten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gevlucht from Dutch to English

gevlucht:

gevlucht adj

  1. gevlucht (ontvlucht; uitgeweken)
    fled; exiled

Translation Matrix for gevlucht:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
exiled gevlucht; ontvlucht; uitgeweken
fled gevlucht; ontvlucht; uitgeweken

Related Words for "gevlucht":

  • gevluchte

gevlucht form of vluchten:

vluchten verbe (vlucht, vluchtte, vluchtten, gevlucht)

  1. vluchten (ontvluchten; wegkomen; weglopen; )
    to escape; to elude; to get away; to break away
    • escape verbe (escapes, escaped, escaping)
    • elude verbe (eludes, eluded, eluding)
    • get away verbe (gets away, got away, getting away)
    • break away verbe (breaks away, broke away, breaking away)
  2. vluchten (vlieden; wegvluchten)
    to flee; to fly
    • flee verbe (flees, fled, fleeing)
    • fly verbe (flies, flew, flying)
  3. vluchten (wegvluchten; ontvluchten; ontsnappen; uitwijken; ontkomen)
    to escape
    • escape verbe (escapes, escaped, escaping)

Conjugations for vluchten:

o.t.t.
  1. vlucht
  2. vlucht
  3. vlucht
  4. vluchten
  5. vluchten
  6. vluchten
o.v.t.
  1. vluchtte
  2. vluchtte
  3. vluchtte
  4. vluchtten
  5. vluchtten
  6. vluchtten
v.t.t.
  1. ben gevlucht
  2. bent gevlucht
  3. is gevlucht
  4. zijn gevlucht
  5. zijn gevlucht
  6. zijn gevlucht
v.v.t.
  1. was gevlucht
  2. was gevlucht
  3. was gevlucht
  4. waren gevlucht
  5. waren gevlucht
  6. waren gevlucht
o.t.t.t.
  1. zal vluchten
  2. zult vluchten
  3. zal vluchten
  4. zullen vluchten
  5. zullen vluchten
  6. zullen vluchten
o.v.t.t.
  1. zou vluchten
  2. zou vluchten
  3. zou vluchten
  4. zouden vluchten
  5. zouden vluchten
  6. zouden vluchten
diversen
  1. vlucht!
  2. vlucht!
  3. gevlucht
  4. vluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vluchten:

NounRelated TranslationsOther Translations
escape ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken
fly broeksgulp; gulp; vlieg
VerbRelated TranslationsOther Translations
break away ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken
elude ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken uitwijken voor iets
escape ontglippen; ontkomen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvluchten; uitwijken; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich vrijmaken aan iemands aandacht ontgaan; ontgaan; ontglippen; ontschieten; ontvallen; per ongeluk zeggen
flee vlieden; vluchten; wegvluchten ontvlieden
fly vlieden; vluchten; wegvluchten laten opstijgen; oplaten; per vliegtuig reizen; vliegen
get away ontglippen; ontkomen; ontsnappen aan; ontvluchten; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; zich vrijmaken heenkomen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; wegkomen; wegkrijgen

Related Words for "vluchten":


Related Definitions for "vluchten":

  1. snel weggaan om te ontkomen1
    • deze mensen zijn gevlucht voor de oorlog1

Wiktionary Translations for vluchten:

vluchten
verb
  1. (onovergankelijk) trachten te ontkomen aan dreigend gevaar
vluchten
verb
  1. to flee
  2. to run away; to escape
  3. to flee by running
  4. move or run away quickly

Cross Translation:
FromToVia
vluchten flee fliehen — schnelles verlassen eines Ortes beispielsweise aufgrund befürchteter Gefahr
vluchten escape; flee flüchten — sich entfernen von einer drohenden Gefahr oder einer unangenehmen Situation