Dutch
Detailed Translations for gewoonte worden from Dutch to English
gewoonte worden:
gewoonte worden verbe (word gewoonte, wordt gewoonte, werd gewoonte, werden gewoonte, gewoonte geworden)
-
gewoonte worden
Conjugations for gewoonte worden:
o.t.t.
- word gewoonte
- wordt gewoonte
- wordt gewoonte
- worden gewoonte
- worden gewoonte
- worden gewoonte
o.v.t.
- werd gewoonte
- werd gewoonte
- werd gewoonte
- werden gewoonte
- werden gewoonte
- werden gewoonte
v.t.t.
- ben gewoonte geworden
- bent gewoonte geworden
- is gewoonte geworden
- zijn gewoonte geworden
- zijn gewoonte geworden
- zijn gewoonte geworden
v.v.t.
- was gewoonte geworden
- was gewoonte geworden
- was gewoonte geworden
- waren gewoonte geworden
- waren gewoonte geworden
- waren gewoonte geworden
o.t.t.t.
- zal gewoonte worden
- zult gewoonte worden
- zal gewoonte worden
- zullen gewoonte worden
- zullen gewoonte worden
- zullen gewoonte worden
o.v.t.t.
- zou gewoonte worden
- zou gewoonte worden
- zou gewoonte worden
- zouden gewoonte worden
- zouden gewoonte worden
- zouden gewoonte worden
diversen
- word gewoonte!
- wordt gewoonte!
- gewoonte geworden
- gewoonte wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gewoonte worden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
become a habit | gewoonte worden | een gewoonte worden |