Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. groot worden:


Dutch

Detailed Translations for groot worden from Dutch to English

groot worden:

groot worden verbe

  1. groot worden (opgroeien; groeien)
    to grow; to develop
    – grow emotionally or mature 1
    • grow verbe (grows, grew, growing)
      • When he spent a summer at camp, the boy grew noticeably and no longer showed some of his old adolescent behavior1
    • develop verbe (develops, developped, developping)
      • The child developed beautifully in her new kindergarten1
    to grow up
    – become an adult 1
    • grow up verbe (grows up, grew up, growing up)
    to rise
    • rise verbe (rises, rose, rising)

Translation Matrix for groot worden:

NounRelated TranslationsOther Translations
grow bloesem
rise aangroei; aangroeiing; aanwas; aanwinst; bult; expansie; groei; groter worden; heuvel; klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking; vooruitgang; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
develop groeien; groot worden; opgroeien bouwklaar maken; bouwrijp maken; doorgroeien; evolueren; geschikt maken voor bebouwing; koloniseren; ontginnen; ontplooien; ontwikkelen; settelen; tot ontwikkeling brengen; uiteenvouwen; vestigen; volgroeien; volwassen worden; voor landbouw klaar maken
grow groeien; groot worden; opgroeien aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogstijgen; opstijgen; opvliegen; opzetten; rijzen; stijgen; tieren; toenemen; uitdijen; uitzwellen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; wassen
grow up groeien; groot worden; opgroeien
rise groeien; groot worden; opgroeien aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bevorderd worden; de hoogte ingaan; gaan staan; gedijen; groeien; groter worden; hoger worden; hogerop komen; in de lucht omhoogstijgen; naar boven gaan; omhoog komen; omhoog rijzen; omhooggaan; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opborrelen; opstaan; opstijgen; opvliegen; opwellen; opzetten; rijzen; stijgen; toenemen; uitrijzen; uittorenen; verheffen; vermeerderen; zich opwerken

Related Translations for groot worden