Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hechting:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hechting from Dutch to English

hechting:

hechting [de ~ (v)] nom

  1. de hechting (vasthechting)
    the suture; the stitch

Translation Matrix for hechting:

NounRelated TranslationsOther Translations
stitch hechting; hechting van een wond; vasthechting pijn in de zij; steek; stiksel
suture hechting; hechting van een wond; vasthechting
VerbRelated TranslationsOther Translations
stitch doorstikken; hechten; naaien; panorama maken; stikken; vastnaaien
suture hechten; lijmen; opplakken; vasthechten; vastlijmen; vastplakken

Related Words for "hechting":

  • hechtingen

Wiktionary Translations for hechting:


Cross Translation:
FromToVia
hechting suture; stitch suture — anatomie|fr jointure de deux parties du crâne qui entrer l’une dans l’autre par des dentelures et qui paraissent comme coudre ensemble.

Related Translations for hechting